maandag 22 september 2014

Groeiende wapenexport naar het Midden-Oosten

Vanavond vond in het gebouw van de Samenwerkende Democratische Organisaties (van mensen afkomstig uit Turkije) een Vredesweekbijeenkomst plaats over de groeiende wapenexport naar het Midden-Oosten. De bijeenkomst werd ingeleid door Wendela de Vries van de organisatie “Stop Wapenhandel” die onderzoek doet naar Nederlandse en Europese wapenhandel en daar actie tegen voert.


Wendela de Vries stelde het erg op prijs om over deze materie te spreken met een gemengd Nederlands/Turks publiek. Juist rond de rol van Turkije in de strijd in het Midden-Oosten is erg veel te doen en er wordt ook binnen de Nederlandse vredesbeweging intensief over gediscussieerd.


Ze begint haar presentatie met een beeld van de Nederlandse koninklijke familie op staatsbezoek in de Golfregio. De koninklijke familie is goud waard in de contacten met de Golfstaten omdat dat ook allemaal koninkrijkjes zijn die dit soort staatsbezoeken erg op prijs stellen. In de slipstream van het koninklijk bezoek reist dan altijd een omvangrijke handelsdelegatie mee en in de Golfregio is de Nederlandse defensie-industrie erg actief.


De NAVO waarschuwt voor de dreiging van bewapende groepen in het Midden-Oosten en dringt erop aan dat de NAVO-lidstaten hun defensiebudget verhogen maar vergeet bij dat alles te melden dat de NAVO-lidstaten deze wapens zelf, direct of indirect, aan de betreffende groepen in het Midden-Oosten hebben geleverd. En zo verdien je er twee of drie keer aan: je verkoopt aan de ene partij in het Midden-Oosten, aan de andere partij die hierdoor bedreigd wordt en vervolgens ook nog een keer aan de eigen lidstaten die zich tegen dit dreigende gevaar moeten wapenen. 


Op het lijstje wapenexporterende landen over 2012 stond Nederland op de 9de plek. Hoewel de exacte plek van jaar tot jaar wisselt staat Nederland al jaren in de top tien. In het schema zien we Oekraïne overigens op de vierde plek staan en dat is volgens Wendela de Vries ook één van de redenen voor de felheid van het conflict dat daar nu wordt uitgevochten: de Oekraïense wapenindustrie (oorspronkelijk die van de Sovjet-Unie) bevindt zich in het omstreden oosten van dat land.

Als het om wapenexport gaat is het vergunningensysteem van de Europese Unie van belang. Op papier heeft het sterke criteria, maar in de praktijk leidt het nauwelijks tot het weigeren van bepaalde vergunningen. Alleen aan Israël verkopen we geen wapens, maar daar staat dan weer tegenover dat we wel wapens van Israël kopen en daarmee dus de Israëlische defensie-industrie steunen.


Een vijftal jaar geleden heeft Stop Wapenhandel samen met ander vredesgroepen sterk geprotesteerd tegen de voorgenomen verkoop van Nederlandse pantservoertuigen aan Egypte en Bahrein. De Nederlandse politiek wilde niet luisteren en ging akkoord met de verkoop. In het voorjaar van 2011 werden deze door Nederland verkochte pantservoertuigen door zowel de Egyptisch als de Bahreinse regering ingezet tegen vredelievende demonstranten. Er ging een schok door de Nederlandse politiek en de Tweede Kamer nam een motie aan waarin ze stelde dat er geen nieuwe wapenverkopen meer naar Egypte en Bahrein (en ook niet naar Saoedi-Arabië) geleverd zouden mogen plaatsvinden. De regering verklaarde vervolgens deze motie naast zich neer te zullen leggen omdat er te grote economische belangen op het spel staan.

De schok dat “onze” wapens door repressieve regeringen in het Midden-Oosten in 2011 tegen de eigen burgerbevolking is ingezet speelde in heel Europa. Wie echter meent dat de totale Europese wapenexport richting Midden-Oosten vervolgens zou teruglopen, komt bedrogen uit. In 2012 was de totale Europese wapenexport naar het Midden-Oosten niet lager maar 22% hoger dan in 2011! Het gaat daarbij niet alleen om kogels en geweren, maar ook om trainingen en dergelijke. Wapenhandel is volgens Wendela de Vries een push-markt. Door de bezuinigingen in het Westen ten gevolge van de crisis zoekt de wapenindustrie haar heil massaal naar de financieel koopkrachtige markt in het Midden-Oosten om de verkoopcijfers op peil te houden. Hoever dat kan gaan werd duidelijk toen Stop Wapenhandel op de aandeelhoudersvergadering van het defensiebedrijf Airbus de directie vroeg wanneer ze haar verkoopkantoor in Libië had gesloten. Dat bleek slechts vijf dagen vóór de start van de NAVO-bombardementen op het land het geval te zijn. Slechts twee jaar eerder was het Europese wapenembargo jegens Libië opgeheven en Airbus had toen, net als andere wapenhandelaren, onmiddellijk een verkoopkantoor in Libië geopend.


Door politici en ook binnen de vredesbeweging wordt nu gediscussieerd over het leveren van wapens aan oppositionele partijen in Syrië en Irak in de strijd tegen IS in Irak en Syrië. Wendela de Vries is van mening dat het probleem hiermee is dat er op deze manier al veel te veel wapens in het Midden-Oosten aanwezig zijn. Ook de aanwezigen vinden wapenleveranties aan verschillende strijdgroepen in Syrië en Irak een heilloze onderneming en wijzen op het feit dat er heel veel berichten zijn over wapenleveranties via Turkije. Wendela de Vries is hier erg benieuwd naar. Probleem is dat de leveringen via Turkije, maar ook Qatar (een zeer gewilde handelspartner van de Nederlandse wapenhandelaars) en Saoedi-Arabië, wel algemeen bekend is maar niet erkend wordt. Juist omdat deze landen te belangrijke handelspartners zijn.

Over wapenleveranties aan oppositionele strijders wordt nog opgemerkt dat de Externe Volkenrechtelijke Adviseur die de Nederlandse regering naar aanleiding van het Irak-onderzoek van de Commissie Davidse heeft aangesteld, een jaar geleden duidelijk heeft gemaakt dat dergelijke wapenleveranties als een militaire interventie moeten worden gezien en dus een VN-veiligheidsraadsresolutie behoeven.

De Nederlandse defensie-industrie produceert geen kogels en geweren en ook geen volledige wapensystemen, maar onderdelen daarvan. Bijvoorbeeld elektronica en communicatie-apparatuur of vliegtuigonderdelen. Het Twentse bedrijf Nijverdal Ten Cate produceert scherfvesten voor het Amerikaanse leger en allerlei andere strijdmachten. Zou dat de reden zijn dat de Nederlandse overheid heeft besloten om de Iraakse Koerden scherfvesten te leveren in plaats van de door hen gevraagde kogels en geweren?


Dit roept de vraag op hoe het eigenlijk zit met de werkgelegenheidsaspecten van de wapenindustrie. Wendela de Vries geeft aan dat dit altijd een argument van de wapenindustrie is, maar dat dit bijzonder omstreden is. Het gaat slechts om een heel beperkt segment van de totale arbeidsmarkt. Het lijkt alsof het werkgelegenheid in het bedrijfsleven is, maar met overheden als enige afnemer van de geproduceerde wapens kom je toch uit op de collectieve sector. En dan levert eenzelfde uitgave in de zorg of in het onderwijs veel meer banen op dan in de wapenindustrie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten