Mossawa organiseerde een jaarlijkse conferentie over de juridische status van de Palestijns-Arabische gemeenschap in Israël
Op vrijdag 12 september hield Mossawa haar jaarlijkse conferentie over de juridische status van de Palestijns-Arabische gemeenschap in Israël. De conferentie werd geopend door bestuurslid Ahmad Ghazawi van Mossawa die over de toenemende discriminatie, haatzaaierij en economische boycot sprak die de Palestijns-Arabische gemeenschap in Israël in de maanden van de jongste Gaza-oorlog moest ondergaan. Het hoofd van de EU delegation, Lars Faaborg-Andersen, gaf ook een bijdraga aan de opening. Hij sprak over de rol die democratie kan spelen in veranderingsprocessen en zei dat de rechten van minderheden een integraal onderdeel vormen van democratie. Hij stelde verder dat centraal in dit project het principe staat dat, ook al ligt de weg bezaaid met hindernissen en uitdagingen, democratische participatie de juiste route is om je zorgen aan de orde te stellen en dat dat ook een onvervreemdbaar recht is van elke burger in een gezonde democratie. Hij sprak ook over de rol van Mossawa in het versterken van de positie van burgers om daadwerkelijk deel te nemen in het democratische proces op landelijk en lokaal niveau.
Tijdens de paneldiscussies kwamen deskundigen, politic, journalisten en wetenschappers vanuit de Palestijns-Arabische en de joodse gemeenschap in Israël aan het woord. Een groot deel van de discussie ging over het racisme en de haatzaaierij tegen de Palestijns-Arabische gemeenschap voorafgaand en tijdens de Gaza-oorlog.
De eerste paneldiscussie vond plaats onder leiding van Zoher Bahalul met de Knesset-leden Mohammad Barakeh, Masoud Ghanaim en Jamal Zahalka, professor Asaad Ghanem, dr. Hala Khoury-Bisharat en Jafar Farah. TIjdens deze discussie kwam onder andere de verhoging van de kiesdrempel aan de orde. Velen meenden dat de verschillende partijen zouden moeten fuseren om ervoor te zorgen dat de Palestijns-Arabische gemeenschap in de Knesset goed vertegenwoordigd bleef, maar andere sprekers waren hierop tegen. Ook werd gesproken over het belang om de collectieve en de burgerrechten van de Palestijns-Arabische gemeenschap letterlijk te verankeren en om Palestijns-Arabische instellingen te versterken waaronder de vereniging van Palestijns-Arabische burgemeesters in Israël. Professor Assad Ghanem stelde dat de Follow-up Committee belangrijker is dan de politieke partijen, hoewel het dan wel eveneens democratisch gekozen zou moeten worden.
De tweede paneldiscussie werd gevoerd door advocaat Sameh Iraqi, dr.. Ilan Saba, Gideon Levy, Knesset-lid Ahmad Tibi, advocaat Avigdor Feldman, Knesset-lid Hanna Sweid en professor Amal Jamal. Zij spraken over de schendingen van de vrijheid van meningsuiting tijdens de afgelopen Gaza-oorlog. De acties, of eigenlijk het gebrek daaraan, vanuit de joodse gemeenschap in Israël, kwam eveneens ter tafel. Gideon Levy uitte zijn zorg over het toenemende racisme en de discriminatie in de Israëlische samenleving. Hij zei dat hij niet optimistisch kon zijn over de toekomst van de verhoudingen tussen de Palestijns-Arabische en de joodse gemeenschap omdat hij niet iemand zag die de toename van het racisme kon stoppen.
De laatste twee sessies warden gelijktijdig gehouden. De ene gericht op de juridische acties tijdens de Gaza-oorlog met als deelnemers de advocaten Nidal Othman, Orna Lin, Eitay Mack, Awnee Bana, Ruth Carmi, Sawsan Zaher, Hossin Manaa en Maha Shehade. De discussie ging over juridische zaken zoals de bescherming van activisten die gearresteerd waren of die waren ontslagen of lasting warden gevallen op hun werkplek. Hossin Manaa sprak over de noodzaak om tot ondersteuning van deze mensen te komen en een organisaties van juristen op te richten die deze mensen zou kunnen bijstaan. Volgens hem waren veel mensen bang voor de hoge kosten die juridische bijstand met zich mee zou brengen waardoor velen van hen hun protesten staakten uit angst voor de gevolgen. Daarom is het belangrijk om duidelijk te maken dat er advocaten zijn die als vrijwilliger bijstand willen verlenen.
De tweede paneldiscussie ging over economische zaken en omvatte Muna Omari, professor Aziz Heidar, advocaat Rawyah Handaklow, Khawla Rihani, Huda Abu Obaid, Amir Fakhoury, Mtannes Shihadeh en Eyad Snunu. Zij spraken over de oproep van de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Abigdor Lieberman, om Palestijns-Arabische bedrijven te boycotten maar ook over de armoede en de mogelijkheden tot economische groei in de Palestijns-Arabische gemeenchap in Israël. Khawla Rihani riep op om vrouwen te ondersteunen, vooral hun kleine bedrijfjes vormen een kans om tot economische groei te komen. Mtannes Shihadeh wees daarentegen op de politiek van de Israelische regering om de Palestijns-Arabische gemeeenschap uit te sluiten van economische projecten en dat de gemeenschap dit daartegen zou moeten keren.
De conferentie werd afgesloten met een sessie met aanbevelingen en plannen voor de toekomst. Deze omvatten onder andere het overbruggen van de kloof tussen de gemeenschap en haar politici, de oprichting van een werkgroep met leden van verschillende politieke partijen om zich vanuit de Arabische gemeenschap tegen de oorlog te keren en aan de bevrodering van vredesopbouw te werken, en het versterken van de samenwerking met joodse groeperingen als het gaat om discriminatie en racisme. Daarnaast zouden wetgeving en regeringsbeleid continu onder kritiek gesteld moeten worden en zouden meer jongeren bij deze werkzaamheden en dit soort conferenties betrokken moeten worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten