zaterdag 12 juli 2014

Geen geknuffel maar gerechtigheid

In het Nederlands Dagblad loopt al enige tijd een discussie over de steun van Nederlandse christenen en kerken aan Israël en de Palestijnen. Naar aanleiding van een op dinsdag 8 juli jl. geplaatste bijdrage van de historicus Klaas van der Horst heb ik onderstaande bijdrage ingestuurd die vanochtend - onder een iets andere titel, maar verder integraal - in het Nederlands Dagblad werd geplaatst. 


Terwijl we zien dat de toenemende spanningen tussen Israël en de Palestijnen zich niet alleen vertalen in georganiseerd geweld maar ook in ongeorganiseerde vernielingen en mishandelingen, wordt op de opiniepagina van het Nederlands Dagblad een discussie gevoerd over de steun van christenen, kerken en christelijke partijen aan Israël en aan de Palestijnen. De meest recente bijdrage aan deze discussie is van Klaas van der Horst (ND, 8 juli 2014) die hierin de vraag opwerpt welke Palestijnen je als rechtgeaard christen dan zou moeten steunen. Het lijkt wel, zo schrijft hij, dat wij alleen de ‘knuffel-Palestijnen’ willen kennen en brute Israëli’s.


Waar Van der Horst, in navolging van eerdere bijdragen aan de discussie, wel onderscheid maakt tussen diverse groepen Palestijnen (variërend van ISIS-aanhangers tot christen-Palestijnen), ontbreekt de differentiatie aan Israëlische zijde. Het Israëlische nederzettingenbeleid en de omgang van Israëlische veiligheidsdiensten met veel ‘gewone’ Palestijnen verdienen volgens Van der Horst geen schoonheidsprijs, maar Israël is wel het laatste eilandje van democratie en menselijkheid in het Midden-Oosten. En dat vergt een pragmatische benadering in plaats van een principiële.

Maar ook hier is dan de vraag aan de orde welke Israëlische groeperingen je als christen of kerk zou willen steunen. Ook de Israëlische samenleving vormt een breed spectrum variërend van bewegingen die het liefst alle Palestijnen naar de andere kant van de Jordaan zouden willen verhuizen en het nederzettingenbeleid en de brute omgang met Palestijnen als middel zien om dat doel te bereiken tot organisaties als Rabbis for Human Rights die zich in de traditie van de Bijbelse profeten voegen en hun regering en volk voorhouden dat alleen gerechtigheid voor allen – ook “de vreemdelingen in uw steden” – een joodse staat kan laten overleven. Juist ook in de vijandige omgeving van de overige landen in het Midden-Oosten waar zich, met name in Syrië en Irak, de meest vreselijke taferelen afspelen.

Van der Horst pleit ervoor om die bredere context van een vijandig en uiterst gewelddadig Midden-Oosten niet uit het oog te verliezen, juist ook als het om christenen gaat. Kerken en christenen zouden niet alleen voor Palestijnse, maar ook voor Syrische en Iraakse christenen op moeten komen. Dat klopt. En diverse kerkgenootschappen, de Raad van Kerken, christenen en christelijke politieke partijen doen dat ook. Onophoudelijk vragen ze aandacht bij de Nederlandse regering en internationale organisaties voor de uiterst benarde positie van christenen in het Midden-Oosten. Maar laten we dat vooral vanuit het perspectief van die christenen doen en niet vanuit het onze. Laten we van de christenen in het Midden-Oosten geen knuffel-Palestijnen, -Syriërs en -Irakezen maken die we apart zetten van hun omgeving en voor wie we eigen leefgebiedjes willen inrichten rond Bethlehem, het noordoosten van Syrië en de vlakte van Ninevé in het noorden van Irak.

Palestijnse, Syrische en Iraakse christenen hebben zich bij voortduring en veelal in verantwoordelijke posities ingezet voor een pluriforme staat in de landen waar ze leven gebaseerd op gelijke rechten voor iedereen, ongeacht religie of etniciteit. Dit is het verhaal dat je kunt horen als je je oor te luisteren legt bij christenen in het Midden-Oosten die zich naast christen ook voluit Palestijn, Syriër of Irakees noemen en niets van etnische of religieuze verdelingen willen weten. Opkomen voor christenen in het Midden-Oosten is opkomen voor hun belangen en niet voor wat goed lijkt te zijn in onze ogen. Dat hebben Westerse christenen al tijdens de Kruistochten en opdeling van het Ottomaanse Rijk gedaan en dat ging veelal ten koste van de christenen in het Midden-Oosten.

Daadwerkelijk opkomen voor christenen in het Midden-Oosten leidt niet zelden tot een pijnlijke confrontatie met de eigen politieke voorkeuren en stellingnames, of het nu gaat om de invasie in Irak van 2003 of de steun aan Israël. Christelijke solidariteit bestaat niet uit het knuffelen van datgene dat ons sympathiek lijkt, maar moet gericht zijn op gerechtigheid en begint dus met het luisteren naar diegenen waarmee we ons verbonden weten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten