Vier lokale Assyrische PvdA-politici doen via een brief, een petitie en een hongerstaking een dringend beroep op de minister van Buitenlandse Zaken, hun partijgenoot Frans Timmermans, om in te grijpen en christenen in Irak te beschermen tegen de door ISIS op hen gepleegde genocide (ND, 18 augustus 2014). Driekwart van hun oproep kunnen we als Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) voluit onderschrijven en hebben we de afgelopen weken en maanden ook zelf herhaaldelijk bij de minister bepleit: “de systematische vervolging in Irak te erkennen als een genocide, de bevolking te blijven voorzien van primaire levensbehoeften en zich blijvend in te zetten voor de rechten van etnische en religieuze minderheden in Irak”.
Wat we echter niet kunnen onderschrijven is het eerste en, blijkens de diverse posters en spandoeken op de locatie van de hongerstaking, belangrijkste eis namelijk: “(humanitaire) te interveniëren in Irak om een Safe Haven te creëren in de Nineveh vlakte voor de christenen”. De omvorming van de Ninevé-vlakte tot een christelijke autonome regio in Irak (naar analogie of als onderdeel van de Koerdische Autonome Regio in Irak) wordt al enkele jaren bepleit door verschillende buiten Irak gevestigde Assyrische organisaties maar wordt door de meeste christenen in Irak als onwenselijk en irreëel gezien.
In de eerste plaats worden sommige delen van de Ninevé-vlakte wel in meerderheid maar niet uitsluitend door christenen bewoond. Net als destijds in Bosnië gebeurde zijn veel christenen en jezidi’s in deze regio slachtoffer van geweld dat, aangezet door ISIS, door hun Arabische buren wordt gepleegd. Waar de Assyrische organisaties bij Timmermans aandringen op een veroordeling van de genocide op christenen, bepleiten ze met hun oproep tot een safe haven voor christenen dus zelf een vorm van etnische zuivering.
Daar komt bij dat de christelijke bevolking van Irak bepaald niet in één regio geconcentreerd is. Er zijn (of waren) grote christelijke gemeenschappen in alle grotere Iraakse steden, vooral ook in Bagdad en Basra. Het vormen van een christelijk “Thuisland” in het noorden van Irak zou ook een omvangrijke verplaatsing van deze christenen met zich meebrengen die over het algemeen veel sterkere en ook oudere banden met deze steden hebben, dan met het verarmde platteland van de Ninevé-vlakte. “Als christenen vormen we een integraal onderdeel van de Iraakse maatschappij en onze plek als christenen in Irak is tussen de andere Irakezen,” aldus Louis Sako, tegenwoordig de patriarch van de Chaldeeuwse kerk in Bagdad. “Niet de moslims zijn het probleem, maar de fundamentalisten onder hen.”
Voor diegenen die het christendom van de Iraakse bodem willen laten verdwijnen zou de vorming van de voorgestelde safe haven een geschenk zijn. Daar zitten alle christenen dan bij elkaar en kunnen in één enkele operatie vermoord of verdreven worden. De christelijke gemeenschap in Irak is inmiddels te klein om zichzelf effectief te kunnen verdedigen en de gebeurtenissen van de afgelopen maand maken duidelijk dat de Iraakse respectievelijk Koerdische milities die hen tegen ISIS hadden moeten beschermen het af lieten weten toen het erop aan kwam. Ook de bescherming door een VN-macht lijkt ons weinig realistisch, waarvoor we wederom alleen maar naar Bosnië hoeven te verwijzen en de val van de “safe have” Srebrenica. Een christelijk thuislandje in het noorden van Irak zal altijd een speelbal blijven tussen de Koerdische en Arabisch-soennitische regio’s waar het tussenin geklemd ligt.
Als Aramese Beweging voor Mensenrechten zijn wij geen voorstander van een etnische of religieuze opdeling van Irak, maar bepleiten we een staat waarin de mensenrechten en de godsdienstvrijheid van alle Iraakse burgers gewaarborgd zijn. We herinneren ons ook dat de huidige ellende in Irak is begonnen met de Amerikaanse invasie van 2003 en zullen dan ook niet snel een nieuwe Westerse interventie bepleiten. In plaats van meer wapens en militairen naar deze regio bepleiten wij effectieve maatregelen om de leveranties van wapens en veelal buitenlandse strijders aan ISIS tegen te gaan. In zijn brief aan de Tweede Kamer van 14 augustus jl. lijkt de minister ook een voorkeur te hebben voor maatregelen “om verdere escalatie te voorkomen” boven de deelname aan militaire activiteiten in Irak. Onze oproep aan de minister is om daar dan echt werk van te maken en het niet bij een bezweringsformule te houden.
Aziz Beth Aho
voorzitter Aramese Beweging voor Mensenrechten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten