woensdag 13 augustus 2014

"Geen voorkeursbehandeling, maar negeer de christelijke minderheden dan ook niet langer"

Omdat de opinieredactie van Trouw er geen ruimte meer voor had, moest de Aramese Beweging voor Mensenrechten uitwijken naar het Reformatorisch Dagblad om de onderstaande bijdrage gepubliceerd te krijgen in de discussie of het verstandig is om christenen als groep centraal te stellen als het om het aankaarten van mensenrechtenschendingen of genocide gaat. 


Hieronder volgt de oorspronkelijke tekst van het artikel dat vandaag in iets gewijzigde vorm door het Reformatorisch Dagblad werd geplaatst:

Geen voorkeursbehandeling, maar negeer de christelijke minderheden dan ook niet langer


Het was te verwachten: na de gezamenlijke oproep van de voorzitters van de drie christelijke politieke jongerenorganisaties om op de bres te gaan staan voor vervolgde christenen (Trouw, 4 augustus 2014), bezweren twee medewerkers van de vredesorganisatie PAX (dat nog geen jaar geleden om opportunistische redenen het woord ‘Christi’ en de verwijzing naar het ‘Inter-Kerkelijk Vredesberaad’ uit haar naam heeft geschrapt dat je op moet komen voor àlle bedreigde minderheden en niet alleen voor de christenen (Trouw, 11 augustus 2014).

Natuurlijk is dat zo, maar in de praktijk lijkt die bezwering om niet exclusief voor christelijke minderheden te kiezen erop neer hun appèl om hulp door westerse regeringen, vredes- en mensenrechtenorganisaties worden genegeerd. Ook nu wordt in de media vooral gesproken over de jezidi’s die de bergen zijn ingevlucht voor het oprukkende ISIS en vormt het leed van déze religieuze minderheid de reden voor de Amerikaanse president Obama om in te grijpen in Irak, niet de verdrijving van tienduizenden christenen uit Mosul en omgeving anderhalve maand eerder.

De PAX-medewerkers motiveren deze terughoudendheid in hun artikel vanuit het veelgehoorde argument dat openlijke steun vanuit het christelijk geachte Westen voor de christelijke minderheden in het Midden-Oosten een extra bedreiging voor deze minderheden vormt omdat zij dan gezien zouden worden als een vijfde colonne van het Westen. Dat verschijnsel zien we inderdaad, maar dat is geen gevolg van de steun die het Westen (feitelijk niet) aan de christelijke minderheden in het Midden-Oosten geeft, maar van de oorlogen die het Westen zelf in het Midden-Oosten voert of van de steun die het aan andere in deze regio oorlog voerende partijen geeft.

Voorafgaand aan de desastreuze Irak-oorlog van 2003 riepen Iraakse christenen en christenen in de rest van het Midden-Oosten hun (vermeende) geloofsgenoten op om deze oorlog niet te beginnen omdat deze dramatische gevolgen zou hebben voor christenen en alle andere bevolkingsgroepen in Irak. Dit klemmende beroep op het Westen werd genegeerd en vanuit het IKV werd smalend gewezen op de christelijke achtergrond van de Iraakse minister van buitenlandse zaken en latere premier onder Saddam Hoessein, Tariq Aziz. De christenen in Irak zouden heulen met het regiem en hun waarschuwingen werden in de wind geslagen. Hetzelfde werd de Syrische kerken verweten toen zij in 2011, kort na het begin van de Arabische Lente, wezen op jihadistische groepen die met de gewapende Syrische oppositie meevochten, een bedreiging vormden voor christenen en andere minderheden in Syrië en door Westen moreel en indirect ook materieel werden ondersteund.

De PAX-medewerkers bepleiten aan het eind van hun artikel een “inclusieve benadering“ om bij “het ingewikkelde identiteits- en staatsvormingsproces in Irak en de Arabische regio” aan te knopen. Maar inzake Irak in 2003 en Syrië in 2011 hanteerden hun organisatie en de Westerse politiek in zijn algemeenheid ook geen inclusieve benadering. Er werd vooral geluisterd naar Iraakse cq. Syrische ballingen en inzake Irak naar de Koerden in het noorden van het land die bezig waren met een heel eigen “identiteits- en staatsvormingsproces in Irak”. Andere stemmen, ook die van de christenen in beide landen, werden domweg niet gehoord of als irrelevant terzijde geschoven.

Juist in Syrië en Irak vormden christenen een volstrekt geïntegreerde bevolkingsgroep binnen deze volgens seculiere opvattingen gevormde staten. Met hun seculiere en islamitische landgenoten verzetten zij zich tegen de in hun ogen Westerse imperialistische politiek ten aanzien van het Midden-Oosten. Het Westen koos vervolgens andere bevolkingsgroepen als “vijfde colonne” en helpt ook nu weer vooral de Koerden om zich in Irak tegen ISIS te verdedigen. In plaats van de vanuit Mosul naar de Vlakte van Ninevé gevluchte christenen te beschermen, trokken de Koerdische strijders zich zonder slag of stoot te leveren uit dit gebied terug, zoals het Iraakse leger anderhalve maand geleden in Mosul had gedaan. Het zijn dan ook niet de om steun vragende christenen die het groeiend sektarisme in het Midden-Oosten veroorzaken, maar de Westerse interventies in deze regio.

De christenen worden tegenwoordig inderdaad in grote delen van Irak gezien als vijfde colonne van het Westen, maar dat komt niet omdat het Westen steeds eenzijdig voor hen op zou komen maar juist omdat Westen hun waarschuwingen en hulpkreten systematisch negeert en dat dan steeds weer rechtvaardigt door te wijzen op het gevaar als de christenen tot vijfde colonne te maken.

Aziz Beth Aho
voorzitter Aramese Beweging voor Mensenrechten

Geen opmerkingen:

Een reactie posten