Van de studiereis naar Palestina en Israël verscheen eerder al een artikel in het blad "Kerk & Stad" van de Protestantse gemeente Enschede. Dit artikel is ook ingezonden naar het "VredesMagazine" van zes samenwerkende vredesorganisaties en op wens van de redactie is het accent van het maatschappelijk werk in de Israëlische samenleving verschoven naar het geweldloos verzet aan Palestijnse kant, met name rond de "Tent of Nations". Vlak vóór de deadline toen een eerdere versie al geschreven was, vernietigde het Israëlisch leger 1500 fruitbomen van de Tent of Nations en dit voorval en ook de reacties daarop konden nog meegenomen worden in het definitieve artikel dat met de volgende intro begint:
Met de afscheidingsmuur hebben we vooral
kennis gemaakt in en rond de Palestijnse stad Bethlehem, die vrijwel volledig
omgeven is door joodse nederzettingen en bijna geheel door de muur omsloten
wordt. De bouw van de muur is echter nog niet geheel voltooid. Zo blijft de
Palestijnse boer Daoud Nassar zich verzetten tegen de roof van zijn land,
waarbij hij zijn hoop mede heeft gevestigd op een actieve betrokkenheid vanuit
het buitenland. Voor dit doel heeft hij de ‘Tent of Nations’ opgericht met als
motto “Weigeren om vijanden te zijn”.
De heuveltop van 42 hectaren waarop de
Tent of Nations ligt werd in 1916 door de grootvader van Daoud Nassar gekocht.
Hij liet dit bij de toenmalige Ottomaanse autoriteiten registreren. Veel
Palestijnen deden dit niet omdat ze er dan ook belasting over moesten betalen.
Het probleem is dat zij dan ook geen eigendomsbewijs hebben. Dat bewijs hebben
de Nassars wel, en de afgelopen eeuw hebben ze dit steeds laten bevestigen door
achtereenvolgende autoriteiten: na de Ottomanen de Britten, de Jordaniërs en de
Israëli’s.
In 1991 confisqueerde Israël het land
van Daoud Nassar. Daarop ging de familie procederen. Eerst bij het militair
gerechtshof en inmiddels bij het hooggerechtshof. Al die rechtszaken kostten de
familie inmiddels een bedrag van 150.000 dollar en het is nog steeds niet
opgelost, maar zo lang de rechtszaken lopen kan de familie niet van haar grond
verwijderd worden. Omdat ze juridisch niet weg te krijgen zijn, is door lokale
autoriteiten en de bewoners van de omliggende nederzettingen fysieke druk
uitgeoefend. Zo zijn in het verleden 250 olijfbomen omgehakt en waterbronnen
vergiftigd. Familieleden en gasten zijn zelfs met geweren bedreigd.
De derde strategie is die van de
verleiding. De familie Nassar voor haar land kreeg enorme bedragen aangeboden
maar heeft ook dit geweigerd. En nu is de vierde strategie gaande, die van de
isolatie. Er is geen waterleiding, gasleiding of elektriciteit en sinds 2001 is
de toegangsweg tot de Tent of Nations geblokkeerd. Alleen via een flinke omweg
is ze nog met een auto bereikbaar voor het transporteren van de oogst en van
benodigdheden. Die weg dreigt echter ook afgesneden te worden door de bouw van
het laatste stuk muur bij Bethlehem waardoor de Tent of Nations en een
nabijgelegen Palestijns dorp aan de Israëlische kant van de muur terecht zullen
komen. Veel Palestijnen uit dat dorp hebben al besloten te vertrekken en ook
Daoud realiseert zich dat het nu echt moeilijk gaat worden.
Je kunt volgens hem op drie manieren op
deze verdrijvingsstrategieën regeren. De eerste is met geweld, maar dat levert
alleen maar meer geweld op. Je kunt het ook opgeven, wat velen hebben gedaan.
Maar daardoor word je gevangene van je eigen frustraties. Een derde reactie is
wegtrekken. De best opgeleide Palestijnen hebben hiervoor gekozen. Maar al
doende laten ze hun land en hun geschiedenis in de steek. Daoud en zijn familie
willen geen slachtoffer zijn en ook niet haten. Ze willen daarentegen trouw
blijven aan hun land, hun geschiedenis en aan hun recht. Dat leidt tot de weg
van de geweldloosheid. Tot het weigeren om vijanden te worden. En op dat
uitgangspunt is de Tent of Nations gebaseerd.
Die geweldloosheid heeft Daoud op drie
manieren uitgewerkt. De eerste betreft het omgaan met de alledaagse
frustraties. Omdat je machteloos bent tegen de kolonisten uit de omliggende
nederzettingen en de militairen bij de checkpoints
ben je geneigd de woede daarover af te reageren op vrouw en kinderen of op de
vrijwilligers die bij de Tent of Nations rondlopen. Leren omgaan met die
frustraties is dus van levensbelang om er zelf niet aan ten onder te gaan. De
tweede manier is het voeren van de diverse juridische procedures en de derde de
openstelling van de boerderij voor anderen. Er komen in dit kader vooral veel
buitenlandse groepen maar ook Israëli’s en zelfs mensen uit de omliggende
nederzettingen.
Een vierde, recentere uitwerking van de
geweldloosheid is die van de zelfvoorzienendheid. Zeker ook met het oog op de
toenemende isolatie van de Tent of Nations zal deze van levensbelang zijn. De
Tent of Nations kan niet alleen van giften leven, want daarmee maak je jezelf
te afhankelijk. Je zult in staat moeten zijn je eigen broek op te houden. Zo
wekt de Tent of Nations zijn eigen elektriciteit op met behulp van
zonnecollectoren en probeert ze ook op andere manieren zelfvoorzienend te
worden en daardoor onafhankelijk van anderen. Dat laatste heeft ook andere
Palestijnse boeren in de buurt geïnspireerd waarvan enkelen weer zijn
teruggekeerd naar de landerijen die ze eerder al verlaten hadden.
Hoewel de Israëlische bezettingspolitiek
blijft voortgaan, zijn er talrijke joodse organisaties binnen en buiten Israël,
die grote solidariteit met de Palestijnse bevolking laten blijken. Toen het
nieuws over de 250 omgehakte olijfbomen naar buiten kwam heeft een joodse organisatie
in Groot-Brittannië op het grondgebied van de familie Nassar 250 nieuwe
olijfbomen geplant. Het helpt de familie om de pesterijen en de fysieke druk te
weerstaan.
In Israël bezochten we de 25 jaar
geleden opgerichte organisatie Rabbis forHuman Rights. Volgens de voorzitter, de liberaal-joodse rabbijn Arik
Ascherman, maakt de Israëlische regering het geclaimde joodse karakter van de
staat Israël absoluut niet waar. Omdat zij niet de joodse waarden als vrede en
gerechtigheid respecteert. Het Israëlisch optreden in de bezette gebieden kun
je volgens Ascherman alleen maar als onrecht kwalificeren, en daar kun je, als
je als jood deze waarden wel respecteert, niet passief bij blijven toekijken.
Als Israëli kun je je hoofd in het zand steken, je kunt de straat op gaan en
roepen dat Israël een Apartheidsstaat is, maar je kunt ook proberen je
verantwoordelijkheid te nemen en je mede-Israëli hierop aanspreken
Rabbis
for Human Rights heeft een aantal advocaten in dienst
die de Palestijnen helpen rechtszaken tegen de Israëlische autoriteiten aan te
spannen, maar ook werpt ze veelvuldig menselijke blokkades op als het
Israëlisch leger tot de sloop van Palestijnse huizen en dorpen overgaat. Bij
die gelegenheden is Ascherman regelmatig gearresteerd en eenmaal belandde hij
met een Palestijnse jongen in een cel. Na hun vrijlating liet die Palestijnse
jongen aan de verzamelde Arabische pers weten dat hij bang was geweest maar dat
een lange man met een keppeltje hem in de cel had
gezegd dat hij niet bang hoefde te zijn. Ascherman vraagt ons dan: “Wie zet
zich nu daadwerkelijk voor een duurzame vrede tussen Israël en de Palestijnen
in: het Israëlische leger, dat dag in dag uit haat zaait? Of die enkeling die
in eigen land als landverrader wordt gezien, maar die in de herinnering van een
jonge Palestijn is gegrift als een lange man met een keppeltje die hem had
gezegd dat hij niet bang hoefde te zijn?”
Een uitgebreider verslag van de
studiereis en van de 30 gesprekken die het reisgezelschap met organisaties in
Palestina en Israël heeft gevoerd is na te lezen op de weblog: tinyurl.com/twstudie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten