Nieuwe tradities moeten geaccepteerd worden en zich daarom soms schikken naar oudere tradities. Zo is in het tweede jaar de Bethlehem Boulevard verdwenen en de kunstijsbaan weer terug op de Oude Markt. Groter dan ooit te voren en is nu net zo allesoverheersend als het Glazen Huis destijds. De Grote Kerk op de Oude Markt gaat er achter schuil en de hoofdingang van de kerk kan slechts via een sluipdoor-kruipdoor-route gevonden worden. Dat vormt niet alleen een probleem voor de Protestantse Kerstnachtdienst die traditiegetrouw nog in deze kerk wordt gehouden, maar ook voor het onderdeel van “Woar geet ’t opan met Kesmis?” die het eerst jaar wel heeft overleefd in toepasselijk in deze, feitelijk oudste zaal van het Wilminktheater wordt gehouden: het evenement “Wat preken we met Kerst?” Want daar ging het traditiegetrouw toch eigenlijk om…
Voor dit culturele evenement laat de organisatie drie Wijzen uit het Oosten de nog steeds in de zaal aanwezige kansel beklimmen. Een theoloog, een cabaretier en iemand met een persoonlijk levensverhaal. Allen op de een of andere manier verbonden met Twente en dus met recht een “Wijze uit het Oosten” genoemd. De theoloog was dit jaar de uit Turkije geboren Syrisch-Orthodoxe bisschop van Nederland, Polycarpus, die sinds zijn aanvaarding van het ambt in het Twentse Glane woont. Dat maakt nieuwsgierig.
De bisschop had echter heel goed begrepen dat hij hier vanmiddag op een cultureel evenement stond en dat zijn “preek” een knipoog moest hebben. Hoe kon hij het Kerstverhaal en de betekenis ervan verbinden met het dagelijks leven. Hij begon met de taal. Sprak zijn gehoor aan met “broeders en zusters” om zich vervolgens af te vragen of hij niet beter “dames en heren” had moeten zeggen, zoals de eerder dit jaar uitgekomen Bijbelvertaling in de omgangstaal dat ook doet. En wat is die omgangstaal dan? Jezus sprak Aramees, de taal waarin Polycarpus ook is opgevoed. De internationale handelstaal in tijd was het Grieks. En de taal van de Romeinse bezetter was het Latijn. Polycarpus heeft overwogen om zijn “preek” in het Twents te houden, net als de theoloog van vorig jaar, ds. Anne van der Meiden, die de Bijbelvertaling in het Twents op zijn naam heeft staan, en hij sprak zowaar enkele zinnen in het Twents uit.
Terugkerend in het Nederlands benadrukte hij dat het om het verhaal ging. Maar hoe sluit het Kerstverhaal nog aan bij wat we gewend zijn? Stel dat we moet onze omgangsvormen het Kerstverhaal zouden binnenstappen en we zouden de stal binnenkomen. Het eerste wat de Farizeeërs onder ons zouden zeggen is dat dit beeld veel te religieus is. Zingende engelen, een os en een ezel; het past allemaal niet. Met een paar rendieren, een Kerstman en een zak snoepgoed gaat het veel beter. Ondertussen zouden de Palestijnen onder ons het schamele onderkomen van Jozef en Maria aan de orde stellen. Dakloos gemaakt door de bezetter. Een schande is het. Dat de herberg vol zou zijn is maar een voorwendsel om ze buiten de deur te houden. De dierenbescherming zou al die mensen die inmiddels de stal bevolken daar zo snel mogelijk weg willen hebben en de os en de ezel alle ruimte willen geven. De feministen maken bezwaar tegen het feit dat de wijzen uit het oosten allemaal mannen zijn en dat de diversiteit ver te zoeken is. Als daartegenin wordt gebracht dat één van hen toch een donkere huidskleur heeft, is dat natuurlijk niet genoeg. Waarom geen gehandicapte?
Maria krijgt van ons te horen dat haar pasgeboren zoon het nog ver zal schoppen in deze wereld. Nee, niet als religieus leider. Maar als dat religieuze er een beetje af gaat, dan zou het best eens kunnen zijn dat zijn verjaardag over pak ‘m beet tweeduizend jaar bijna overal in de wereld een vrije dag is waarop mensen elkaar cadeautjes geven en verschillende bedrijven een borrel organiseren voor hun personeel. Zo ongeveer de mijn herinnering aan het verhaal van de bisschop, die daar nog aan toevoegde dat dit verhaal in zekere zin duidelijk maakt hoe ingewikkeld de menswording van God eigenlijk was en hoe dit al in een vrij vroeg stadium van de kerkgeschiedenis heeft geleid tot een breuk tussen de Arameestalige Syrische kerken enerzijds en de Grieks- en Romeinstalige kerken anderzijds. In plaats van te theoretiseren over de menswording en deze in dogma’s vast te leggen, pleegt men binnen de Syrisch-Orthodoxe kerk dit vooral als een mysterie te koesteren waarover eigenlijk alleen maar in poëtische taal gesproken kan worden.
Terugkerend in het Nederlands benadrukte hij dat het om het verhaal ging. Maar hoe sluit het Kerstverhaal nog aan bij wat we gewend zijn? Stel dat we moet onze omgangsvormen het Kerstverhaal zouden binnenstappen en we zouden de stal binnenkomen. Het eerste wat de Farizeeërs onder ons zouden zeggen is dat dit beeld veel te religieus is. Zingende engelen, een os en een ezel; het past allemaal niet. Met een paar rendieren, een Kerstman en een zak snoepgoed gaat het veel beter. Ondertussen zouden de Palestijnen onder ons het schamele onderkomen van Jozef en Maria aan de orde stellen. Dakloos gemaakt door de bezetter. Een schande is het. Dat de herberg vol zou zijn is maar een voorwendsel om ze buiten de deur te houden. De dierenbescherming zou al die mensen die inmiddels de stal bevolken daar zo snel mogelijk weg willen hebben en de os en de ezel alle ruimte willen geven. De feministen maken bezwaar tegen het feit dat de wijzen uit het oosten allemaal mannen zijn en dat de diversiteit ver te zoeken is. Als daartegenin wordt gebracht dat één van hen toch een donkere huidskleur heeft, is dat natuurlijk niet genoeg. Waarom geen gehandicapte?
Maria krijgt van ons te horen dat haar pasgeboren zoon het nog ver zal schoppen in deze wereld. Nee, niet als religieus leider. Maar als dat religieuze er een beetje af gaat, dan zou het best eens kunnen zijn dat zijn verjaardag over pak ‘m beet tweeduizend jaar bijna overal in de wereld een vrije dag is waarop mensen elkaar cadeautjes geven en verschillende bedrijven een borrel organiseren voor hun personeel. Zo ongeveer de mijn herinnering aan het verhaal van de bisschop, die daar nog aan toevoegde dat dit verhaal in zekere zin duidelijk maakt hoe ingewikkeld de menswording van God eigenlijk was en hoe dit al in een vrij vroeg stadium van de kerkgeschiedenis heeft geleid tot een breuk tussen de Arameestalige Syrische kerken enerzijds en de Grieks- en Romeinstalige kerken anderzijds. In plaats van te theoretiseren over de menswording en deze in dogma’s vast te leggen, pleegt men binnen de Syrisch-Orthodoxe kerk dit vooral als een mysterie te koesteren waarover eigenlijk alleen maar in poëtische taal gesproken kan worden.
Bij zoveel Wijsheid uit het Oosten, laat ik de twee andere uitgesproken preken maar even zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten