dinsdag 24 februari 2015

Door Nederlanders gesponsorde bomen Olijfboomcampagne gekapt

Vandaag bereikte ons onderstaand bericht van de Olijfboomcampagne "Houd Hoop Levend":


Vorige weken waren er 40 buitenlandse vrijwilligers in Bethlehem om te helpen met het aanplanten van gesponsorde olijfbomen bij Palestijnse boeren. Gedurende vier dagen werkten deze vrijwilligers hard om ruim 2000 olijfbomen aan te planten. Eén van de boeren liet ons weten dat in de nacht van maandag 16 op dinsdag 17 februari, ALLE bomen die we aangeplant hebben, uit de grond zijn getrokken en vernield. Het gaat om 500 olijfbomen.

De bomen werden op 13 februari aangeplant bij Abu Shanab en zijn familie. Het land van de familie ligt ten noorden van Hebron. De boer groeide in zijn jongere jaren op in een grot op het land, totdat de familie een huis bouwde in het dorp Alshioukh.
In de jaren negentig kreeg de familie te maken met pogingen van de Israëlische autoriteiten om hun land te onteigenen. Ze konden in de rechtbank met documenten uit de Ottomaanse, Britse en Jordaanse periode aantonen dat zij de rechtmatige eigenaren van het land zijn. Wel werden er in de nabijheid van hun land twee nederzettingen gebouwd: Beni Kedin en Mazad. De joodse kolonisten uit deze nederzettingen zijn extremistisch. Ze hebben een aantal leden van de familie van Abu Shanab aangevallen. Afgelopen november (2014) werd de broer van Abu Shanab het ziekenhuis in geslagen.

Op het land van de familie groeien abrikozen, appels, amandelen en andere fruitbomen. Vanwege het geweld van de kolonisten heeft de familie vaak geen toegang tot het land waardoor sommige van deze bomen niet voldoende verzorging krijgen en doodgaan. Dit jaar besloot de familie om olijfbomen aan te planten. Olijfbomen hebben minder verzorging en minder water nodig. De familie heeft het land van te voren geploegd en de stenen en distels verwijderd.

Op de dag dat de vrijwilligers kwamen helpen met het aanplanten van de 500 olijfbomen, stonden op de nabijgelegen heuvel een dozijn zwaarbewapende Israëlische soldaten klaar. Hun commandant waarschuwde de familie dat het niet verstandig was dat ze zoveel verschillende buitenlandse vrijwilligers hadden laten komen om te helpen. Ze hadden beter alleen met hun familie de bomen aangeplant. Het zou hem niets verbazen als de olijfbomen zouden worden vernield.

Aan het einde van de plantdag, op de weg terug naar de bus, werden een aantal van de vrijwilligers bijna aangereden door kolonisten die hen in Amerikaans Engels toeschreeuwden: “go back where you came from”. Waarop één van de vrijwilligers antwoordde: “Then you too, you should go back to Brooklyn, where you came from.”

Van de 500 aangeplante olijfbomen is een groot deel uit de grond getrokken en meegenomen, een deel ligt met gebroken takken op het land, duidelijk opzettelijk beschadigd zodat ze niet opnieuw te planten zijn. De boer schat in dat het een aantal uren heeft gekost om alle bomen uit de grond te verwijderen. Het was duidelijk een goed geplande actie.

De boer is wel van plan om een klacht in te dienen bij de Israëlische autoriteiten, maar hij verwacht daar niet veel van. “Als je vijand je rechter is, hoe kun je dan rechtvaardigheid verwachten?”

Abu Shanab geeft niet op en is van plan om zijn land opnieuw te planten met olijfbomen van de Olijfbomencampagne. “Dit is onze manier van geweldloos verzet. Ze willen ons van ons land af pesten, maar wij zijn hier geworteld. Terwijl de joodse kolonisten het nieuwe leven vernielen, gaan wij door met nieuw leven naar het land brengen.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten