Derde BDS-inspectie in Enschede

Voor de derde achtereenvolgende keer zijn vandaag in Enschede enkele supermarkten bezocht door zgn. “BDS-inspectieteams”. Daarbij staat “BDS” voor “Boycot, Desinvesteringen en Sancties” van producten en diensten die verband houden met de Israëlische bezetting van Palestina. Vandaag vond deze inspectie plaats in het kader van een landelijke inspectiedag: niet alleen in Enschede werden winkels bezocht; dat gebeurde ook in Amsterdam, Rotterdam, Leeuwarden, Den Bosch, Den Haag, Haarlem, Utrecht, Nijmegen en Assen.

Het Enschedese inspectieteam bezocht vier winkels: de Jumbo en de Lidl in Roombeek en de Dirk van den Broek en de Albert Heijn in Deppenbroek. In de Jumbo kon het team aan de slag nadat het de bedrijfsleider de brief toonde van de landelijke directie van Jumbo waarin deze duidelijk maakte dat het inspectieteam welkom is in hun winkels. Het team heeft in deze winkel echter geen producten kunnen vinden waarop stond dat deze uit Israël afkomstig waren.

Bij de Lidl werd het team vriendelijk verzocht het pand te verlaten en zich desgewenst in verbinding te stellen met het hoofdkantoor van de Lidl in Nederland. Bij Dirk van de Broek gebeurde iets degelijks, maar de plaatsvervangend bedrijfsleider liet hier weten dat hij ons gastvrij zou ontvangen zodra we toestemming van de landelijke directie zouden hebben gekregen en verwachtte ons feitelijk over een aantal dagen weer te zien. Omdat het even duurde voordat deze plaatsvervanger was opgespoord heeft het inspectieteam wel kunnen vaststellen dat er dadels van het Israëlische merk Medjoul in de schappen lagen en houmous van het Israëlische merk Sabra.

De bedrijfsleider van de Albert Heijn, tenslotte, verleende alle medewerking en nam aan het eind van de inspectie de lijst aangetroffen producten ook in ontvangst. De lijst was, zoals gebruikelijk bij Albert Heijn, weer indrukwekkend: naast de dadels van het eigen huismerk, die volgens de verpakking uit Israël afkomstig waren, enkele tientallen soorten vleesvervangers van het Israëlische merk Tivall en ook hier houmous van Sabra. Alleen bij deze bedrijfsleider waren we derhalve in de gelegenheid haar erop te wijzen dat haar winkel mogelijk in overtreding is omdat minister Koenders tijdens de Kamerdebatten hierover jongstleden mei en juni volstrekt helder heeft gemaakt dat er geen “Israël” mag staan op producten die in de (illegale) nederzettingen zijn geproduceerd.

Terwijl de ene helft van het team in de winkel met de bedrijfsleider sprak en/of langs de schappen liep, deelde de andere helft het team flyers uit om de klanten van de betreffende vestiging te informeren over de inspectie en de achtergronden ervan. Dat leverde enkel neutrale en positieve reacties op; sommige mensen maakten van mogelijkheid gebruik om ook hun afschuw over de Israëlische bezettingspolitiek met ons te delen en één klant bood de flyeraars zelfs koffie aan (die hij zelf overigens weer gratis van de grootgrutter had gekregen waarvan op dat moment de winkel werd geïnspecteerd …)