Deze eerste tentoonstelling uit een reeks van drie tentoonstellingen over vrijheidsstrijders bevat schilderwerk van Sonna Krom zelf en daarbij heeft ze zich voornamelijk gericht op portretten van ‘lokale vrijheidsstrijders’: mensen die onder levens- en leefbaarheidsbedreigende omstandigheden streden voor hun eigen vrijheid en die van anderen.
De twee hoofdpersonen in de tentoonstelling en zeker bij de opening waren twee predikanten: ds. Leendert Overduin en ds. Martin Luther King jr. De laatste lijkt in eerste instantie niet echt een lokale held, maar hij werd op 4 april 1968 doodgeschoten in Memphis, de stad waarmee Enschede via de textiel en de muziek intensieve contacten onderhoudt.
De twee hoofdpersonen in de tentoonstelling en zeker bij de opening waren twee predikanten: ds. Leendert Overduin en ds. Martin Luther King jr. De laatste lijkt in eerste instantie niet echt een lokale held, maar hij werd op 4 april 1968 doodgeschoten in Memphis, de stad waarmee Enschede via de textiel en de muziek intensieve contacten onderhoudt.
Samen met Willy Berends is Sonna Krom vorig jaar dan ook afgereisd naar Memphis om te zien wat er nog terug te vinden is van de vrijheidsstrijd van King en zijn burgerrechtenbeweging. In één van de vele kerken in Memphis weerklonk die strijd in de preek van de predikant, tot deze zich tegen homo’s keerde. Toen bleek ook de grootheid van Martin Luther King: de inzet voor de vrijheid van àllen; wat je ook van iemands ideeën of achtergrond mag vinden.
En dat is ook het verhaal van de Enschedese predikant Leendert Overduin die met zijn verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog volgens schattingen zo’n 1.200 mensen, vooral joden, het leven heeft gered, maar die zich na de oorlog inzette voor de vrijheid van kinderen van NSB-ers en van Nederlands SS-ers die het toen zwaar te verduren kregen.
En dat is ook het verhaal van de Enschedese predikant Leendert Overduin die met zijn verzetsgroep in de Tweede Wereldoorlog volgens schattingen zo’n 1.200 mensen, vooral joden, het leven heeft gered, maar die zich na de oorlog inzette voor de vrijheid van kinderen van NSB-ers en van Nederlands SS-ers die het toen zwaar te verduren kregen.
Die inzet werd na de oorlog niet erg gewaardeerd en ondanks het werk van Overduin tijdens de oorlog kwam hij al snel bekend te staan als “NSB-vriend” of zelfs als NSB-er. Dat past niet bij een eerbetoon en hij is, ondanks zijn grootheid, vergelijkbaar misschien wel met een Martin Luther King, in de vergetelheid geraakt. Zelfs in Enschede, waar de gemeente noch de joodse gemeenschap echt geld hebben willen uittrekken voor een boekwerk of iets van een monument en slechts een klein achterafsteegje zonder huisnummers naar hem is vernoemd. Pas in 2000 verscheen een biografie over hem.
Ook Sonna Krom moet bekennen dat zij nog nooit van de man gehoord had en dat Willy Berends haar op hem had gewezen nadat deze zelf Overduin op het spoor was gekomen via de verhalen van Enschedeërs, waaronder de voormalige Enschedese Ambassadeur voor de Vrede Bert Woudstra, die hij gebundeld heeft in zijn uitgave “Enschede, de Mensen, de Stad”.
Ook Sonna Krom moet bekennen dat zij nog nooit van de man gehoord had en dat Willy Berends haar op hem had gewezen nadat deze zelf Overduin op het spoor was gekomen via de verhalen van Enschedeërs, waaronder de voormalige Enschedese Ambassadeur voor de Vrede Bert Woudstra, die hij gebundeld heeft in zijn uitgave “Enschede, de Mensen, de Stad”.
De tentoonstelling werd geopend door Clazien Douma die een paar persoonlijke herinneringen aan Overduin voorlas van Rudy Klomp, die ook in dit boek voorkomt. Een verhaal over joden en NSB- of SS-familieleden die soms op hetzelfde adres ondergedoken zitten of elkaar in de omgeving van Overduin tegenkomen.
Naast deze twee hoofdpersonen hangen er ook portretten van andere inspirerende vrijheidsstrijders uit Memphis en Enschede. Onder hen vooral veel artiesten: muzikanten, maar ook circusmensen.
Naast deze twee hoofdpersonen hangen er ook portretten van andere inspirerende vrijheidsstrijders uit Memphis en Enschede. Onder hen vooral veel artiesten: muzikanten, maar ook circusmensen.
Uit Memphis Cedric Burnside en zijn grootvader R.L. Burnside.
En uit Enschede, de door Willem Wilmink (die er zelf ook hing)
aan de vergetelheid ontrukte Ben Ali Libi (links), Jozef Weiss (rechts), grondlegger van het zigeunerorkest Tata Mirando, en zijn zoon Edie die in het Enschedese verzet zat net als de gebroeders Quentemeijer.
Een expositie die eigenlijk wel een blijvende plek verdient in dit gebouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten