Ongeveer vijf kilometer ten noordwesten van Bethlehem ligt het klooster Cremisan. Het huidige klooster werd in 1885 gebouwd op de ruïne van een uit de 7de eeuw daterend Byzantijns klooster. Het is gebruik bij de Salesianen en de Salesianessen die er een basisschool en een speciale onderwijsinstelling voor kinderen met leerproblemen in hebben ondergebracht en die bezocht wordt door zo’n 400 Palestijnse kinderen (christenen en moslims) uit de wijde omtrek. Daarnaast worden allerlei buitenschoolse activiteiten en zomerkampen georganiseerd ook gericht op de bredere samenleving rond het klooster.
Met een bij de herbouw van het klooster in 1885 werd ook een wijnmakerij gesticht om het klooster van inkomsten te voorzien. Op de hellingen van de heuvel waar het klooster op ligt werden wijngaarden aangelegd. De wijnmakerij van Cremisan is flink gegroeid en werd in 1997 van de modernste productiefaciliteiten voorzien. De wijnproductie bedraagt inmiddels 700.000 liter per jaar waarvan slechts 2% afkomstig is van de eigen wijngaard. De overige 98% wordt gemaakt uit druiven van Palestijnse boeren in de wijdere omgeving van Bethlehem en Hebron, vooral uit Al-Khader.
Hoewel het klooster op de (Palestijnse) Westelijke Jordaanoever ligt (en dus buiten de grens van 1967) wordt het door de Israëlische regering autoriteiten tot Jeruzalem gerekend. Het ligt ingeklemd tussen de (volgens internationaal recht illegale) nederzettingen Gilo en Har Gilo. De muur die deze nederzettingen moet afschermen van het Palestijnse gebied rond Bethlehem zal het Cremisanklooster, de school en de wijnmakerij afsnijden van de Palestijnse gebieden waar de druiven producerende boeren en de schoolkinderen vandaan komen. In augustus 2014 oordeelde het Israëlisch Hooggerechtshof dat de muur om het klooster heen gelegd zou moeten worden, maar ook dan wordt het klooster afgesneden van een deel van de Palestijnse gemeenschap die sociaal en economisch grotendeels op het klooster is aangewezen.
Naar aanleiding van de uitspraak van het Israëlisch Hooggerechtshof waarin de Israëlische autoriteiten opgeroepen werden met een ander voorstel te komen voor het traject van de afscheidingsmuur bij Cremisan, verklaarde de Assemblee van Katholieke Ordes in het Heilige Land (ACOHL) dat de praktijk laat zien dat afscheidingsmuur niet bedoeld blijkt te zijn om veilige grenzen van 1967 te realiseren, maar om de nederzettingen, die illegaal op al eerder geconfisqueerd land zijn gebouwd te beschermen en de illegale nederzettingen in Gilo en Har Gilo uitbreidingsmogelijkheden te geven. Tegelijkertijd neemt de muur de grondrechten en vrijheid van de christelijke gemeente in Beit Jala (ten westen van Bethlehem) af. De ACOHL waarschuwt voor een voortschrijdende emigratie van gemeenteleden uit Cremisan, waarvan de meeste christen zijn, als gevolg van de bouw van de scheidingsmuur en verzoekt onmiddellijk te handelen om de integriteit van het dal van Cremisan binnen het Palestijns gebied te beschermen.
Op 3 april 2015 heeft het Hooggerechtshof de route van de afscheidingsmuur door Cremisan veroordeeld. Deze uitspraak was het resultaat van het voeren van rechtszaken door bewoners van Beit Jalla gedurende 9 jaar. Drie maanden, op 6 juli, gaf het Hooggerechtshof de staat Israël echter groen licht om de bouw van de muur toch door te zetten. Dit ondanks de gevolgen voor de 58 merendeels christelijke Palestijnse families die in de omgeving van het klooster sinds mensenheugenis hun grond bewerken en hun middelen van bestaan grotendeels kwijt zullen raken. De Priesterbroederschap St. Yves – het Katholiek Centrum voor de Mensenrechten – heeft drie weken later, op 30 juli 2015, een nieuw verzoekschrift ingediend bij het Israëlische Hooggerechtshof, waarin de rechtbank wordt verzocht om het Ministerie van Defensie opdracht te geven de gehele geplande route van de Scheidingsmuur in Cremisan eerst openbaar te maken en te presenteren voordat het verder gaat met het bouwen op het land van de eigenaren.
Nog weer drie weken later, op 17 augustus, is onder toezicht van Israëlische militairen en veiligheidsdiensten begonnen met de voorbereidingen van de aanleg van de muur. In Bir Ouma ontwortelden bulldozers meer dan 100 oude olijfbomen, vele waren wel 1500 jaar oud. Christenen uit het gebied zijn dagelijks bij elkaar gekomen op de plaats van het bulldozeren om te protesteren tegen de illegale onteigening van hun land en om te bidden voor de bescherming van de Cremisan Vallei. Bir Ouna ligt in Beit Jala, een grotendeels christelijke stad in het bestuursgebied van Bethlehem, zo’n 10 kilometer ten zuiden van Jeruzalem. De stad Beit Jala staat bekend om zijn verfijnde olijfolie en nu verliest de gemeenschap meer dan de helft van zijn olijfbomen door het bouwen van de muur. Het verlies van deze zeer belangrijke bron van inkomsten kan een verwoestend effect hebben op de economie van deze gemeenschap. Met de ontworteling van de olijfbomen raken ook de levens van deze christenen en van hun gemeenschap ontworteld.
Op zondag 30 augustus 2015 hebben Israëlische troepen hebben Palestijnse christenen aangevallen die in Cremisan een demonstratieve zondagsmis wilden bijwonen. Priesters, patriarchen en andere kerkleiders liepen in een processie met kruisen op de plaats nabij Beit Jala op de bezette Westelijke Jordaanoever, waar een christelijke meerderheid woont en waar de werkzaamheden aan de afscheidingsmuur zijn hervat. Twee deelnemers van kerken werden gearresteerd door de Israëlische autoriteiten, terwijl veel meer deelnemers te lijden hadden van het inademen van traangas. Volgens de lokale journalist Bassam Shweiki was de demonstratie gericht tegen de inbeslagname van ongeveer 3500 donum Palestijns land dat beplant is met oude olijfbomen, waarvan sommige nog dateren uit de tijd van Jezus. Behalve leden van de Lokale Comités tegen de Muur en Nederzettingen, waren ook emeritus patriarch Michael Sabbah, vertegenwoordigers van de Palestijnse politieke partijen en de gouverneur van Bethlehem aanwezig. Israëlische troepen schoten met traangasgranaten op demonstranten
Patriarch Michel Sabbah, het voormalige hoofd van de Latijnse (RK) Kerk sprak de deelnemers toe: "Dit is ons land, en zal ons altijd blijven. Ze beweren dat het hun land is, maar ze gebruiken hun soldaten, hun tanks, hun militaire bezetting om hun wil op te leggen - maar het is hun land niet, het is ons land, en op een dag zullen hun troepen zich terugtrekken en zal het land zal terugkomen bij de autochtone Palestijnse eigenaars." Sabbah verklaarde verder: "De boodschap aan de christelijke wereld, de internationale gemeenschap en de Arabische wereld is, dat dit Heilige Land in brand staat, sterft en wordt vernietigd, en dat als je je echt zorgen over rechtvaardigheid en gelijkheid maakt, je de plicht hebt om deze oorlog, het doden en de vernietiging te stoppen." Eerder die maand bezocht een delegatie van de Europese Unie Beit Jala om de situatie te beoordelen. Lokale christelijke landeigenaren zeiden dat de bouw van de Muur hen uiteindelijk zou kunnen dwingen om te emigreren en zal leiden tot 'zuivering' van het gebied van de christelijke bewoners.
Als Oecumenische Vrouwengroep Twente-Bethlehem, doen we een dringend beroep op u om er (via de Nederlandse regering) bij de Israëlische autoriteiten op aan te dringen af te zien van het traject van de muur dat het Cremisanklooster zal afsnijden van de op dit klooster aangewezen Palestijns-christelijke omgeving en de voorbereidende werkzaamheden zoals het vernietigen van fruitbomen onmiddellijk te staken.
Met een bij de herbouw van het klooster in 1885 werd ook een wijnmakerij gesticht om het klooster van inkomsten te voorzien. Op de hellingen van de heuvel waar het klooster op ligt werden wijngaarden aangelegd. De wijnmakerij van Cremisan is flink gegroeid en werd in 1997 van de modernste productiefaciliteiten voorzien. De wijnproductie bedraagt inmiddels 700.000 liter per jaar waarvan slechts 2% afkomstig is van de eigen wijngaard. De overige 98% wordt gemaakt uit druiven van Palestijnse boeren in de wijdere omgeving van Bethlehem en Hebron, vooral uit Al-Khader.
Hoewel het klooster op de (Palestijnse) Westelijke Jordaanoever ligt (en dus buiten de grens van 1967) wordt het door de Israëlische regering autoriteiten tot Jeruzalem gerekend. Het ligt ingeklemd tussen de (volgens internationaal recht illegale) nederzettingen Gilo en Har Gilo. De muur die deze nederzettingen moet afschermen van het Palestijnse gebied rond Bethlehem zal het Cremisanklooster, de school en de wijnmakerij afsnijden van de Palestijnse gebieden waar de druiven producerende boeren en de schoolkinderen vandaan komen. In augustus 2014 oordeelde het Israëlisch Hooggerechtshof dat de muur om het klooster heen gelegd zou moeten worden, maar ook dan wordt het klooster afgesneden van een deel van de Palestijnse gemeenschap die sociaal en economisch grotendeels op het klooster is aangewezen.
Naar aanleiding van de uitspraak van het Israëlisch Hooggerechtshof waarin de Israëlische autoriteiten opgeroepen werden met een ander voorstel te komen voor het traject van de afscheidingsmuur bij Cremisan, verklaarde de Assemblee van Katholieke Ordes in het Heilige Land (ACOHL) dat de praktijk laat zien dat afscheidingsmuur niet bedoeld blijkt te zijn om veilige grenzen van 1967 te realiseren, maar om de nederzettingen, die illegaal op al eerder geconfisqueerd land zijn gebouwd te beschermen en de illegale nederzettingen in Gilo en Har Gilo uitbreidingsmogelijkheden te geven. Tegelijkertijd neemt de muur de grondrechten en vrijheid van de christelijke gemeente in Beit Jala (ten westen van Bethlehem) af. De ACOHL waarschuwt voor een voortschrijdende emigratie van gemeenteleden uit Cremisan, waarvan de meeste christen zijn, als gevolg van de bouw van de scheidingsmuur en verzoekt onmiddellijk te handelen om de integriteit van het dal van Cremisan binnen het Palestijns gebied te beschermen.
Op 3 april 2015 heeft het Hooggerechtshof de route van de afscheidingsmuur door Cremisan veroordeeld. Deze uitspraak was het resultaat van het voeren van rechtszaken door bewoners van Beit Jalla gedurende 9 jaar. Drie maanden, op 6 juli, gaf het Hooggerechtshof de staat Israël echter groen licht om de bouw van de muur toch door te zetten. Dit ondanks de gevolgen voor de 58 merendeels christelijke Palestijnse families die in de omgeving van het klooster sinds mensenheugenis hun grond bewerken en hun middelen van bestaan grotendeels kwijt zullen raken. De Priesterbroederschap St. Yves – het Katholiek Centrum voor de Mensenrechten – heeft drie weken later, op 30 juli 2015, een nieuw verzoekschrift ingediend bij het Israëlische Hooggerechtshof, waarin de rechtbank wordt verzocht om het Ministerie van Defensie opdracht te geven de gehele geplande route van de Scheidingsmuur in Cremisan eerst openbaar te maken en te presenteren voordat het verder gaat met het bouwen op het land van de eigenaren.
Nog weer drie weken later, op 17 augustus, is onder toezicht van Israëlische militairen en veiligheidsdiensten begonnen met de voorbereidingen van de aanleg van de muur. In Bir Ouma ontwortelden bulldozers meer dan 100 oude olijfbomen, vele waren wel 1500 jaar oud. Christenen uit het gebied zijn dagelijks bij elkaar gekomen op de plaats van het bulldozeren om te protesteren tegen de illegale onteigening van hun land en om te bidden voor de bescherming van de Cremisan Vallei. Bir Ouna ligt in Beit Jala, een grotendeels christelijke stad in het bestuursgebied van Bethlehem, zo’n 10 kilometer ten zuiden van Jeruzalem. De stad Beit Jala staat bekend om zijn verfijnde olijfolie en nu verliest de gemeenschap meer dan de helft van zijn olijfbomen door het bouwen van de muur. Het verlies van deze zeer belangrijke bron van inkomsten kan een verwoestend effect hebben op de economie van deze gemeenschap. Met de ontworteling van de olijfbomen raken ook de levens van deze christenen en van hun gemeenschap ontworteld.
Op zondag 30 augustus 2015 hebben Israëlische troepen hebben Palestijnse christenen aangevallen die in Cremisan een demonstratieve zondagsmis wilden bijwonen. Priesters, patriarchen en andere kerkleiders liepen in een processie met kruisen op de plaats nabij Beit Jala op de bezette Westelijke Jordaanoever, waar een christelijke meerderheid woont en waar de werkzaamheden aan de afscheidingsmuur zijn hervat. Twee deelnemers van kerken werden gearresteerd door de Israëlische autoriteiten, terwijl veel meer deelnemers te lijden hadden van het inademen van traangas. Volgens de lokale journalist Bassam Shweiki was de demonstratie gericht tegen de inbeslagname van ongeveer 3500 donum Palestijns land dat beplant is met oude olijfbomen, waarvan sommige nog dateren uit de tijd van Jezus. Behalve leden van de Lokale Comités tegen de Muur en Nederzettingen, waren ook emeritus patriarch Michael Sabbah, vertegenwoordigers van de Palestijnse politieke partijen en de gouverneur van Bethlehem aanwezig. Israëlische troepen schoten met traangasgranaten op demonstranten
Patriarch Michel Sabbah, het voormalige hoofd van de Latijnse (RK) Kerk sprak de deelnemers toe: "Dit is ons land, en zal ons altijd blijven. Ze beweren dat het hun land is, maar ze gebruiken hun soldaten, hun tanks, hun militaire bezetting om hun wil op te leggen - maar het is hun land niet, het is ons land, en op een dag zullen hun troepen zich terugtrekken en zal het land zal terugkomen bij de autochtone Palestijnse eigenaars." Sabbah verklaarde verder: "De boodschap aan de christelijke wereld, de internationale gemeenschap en de Arabische wereld is, dat dit Heilige Land in brand staat, sterft en wordt vernietigd, en dat als je je echt zorgen over rechtvaardigheid en gelijkheid maakt, je de plicht hebt om deze oorlog, het doden en de vernietiging te stoppen." Eerder die maand bezocht een delegatie van de Europese Unie Beit Jala om de situatie te beoordelen. Lokale christelijke landeigenaren zeiden dat de bouw van de Muur hen uiteindelijk zou kunnen dwingen om te emigreren en zal leiden tot 'zuivering' van het gebied van de christelijke bewoners.
Als Oecumenische Vrouwengroep Twente-Bethlehem, doen we een dringend beroep op u om er (via de Nederlandse regering) bij de Israëlische autoriteiten op aan te dringen af te zien van het traject van de muur dat het Cremisanklooster zal afsnijden van de op dit klooster aangewezen Palestijns-christelijke omgeving en de voorbereidende werkzaamheden zoals het vernietigen van fruitbomen onmiddellijk te staken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten