donderdag 27 maart 2014

Ontwikkeling van de democratie in Rusland

Op donderdagmiddag 27 maart 2014 organiseerde de “commissie politiek” van de bestuurskunde-studievereniging “Sirius” in één van de onderwijs-gebouwen op het terrein van de Universiteit Twente een lezing over “de ontwikkeling van de Russische democratie” die verzorgd zou worden door Tiny Kox, voorzitter van de SP-fractie in de Eerste Kamer en lid van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa. Namens deze Raad van Europa, waar alle Europese landen, alle voormalige Sovjet-republieken, Turkije, de VS en Canada bij zijn aangesloten, heeft Tiny Kox regelmatig deelgenomen aan mensenrechtencommissies die Rusland en andere voormalige Sovjet-republieken bezochten en aan waarnemingscommissies bij verkiezingen in die landen. Hij heeft vrij recent Rusland en Oekraïne nog bezocht. 


Over de titel “The developments in Russian democracy” zei Tiny Kox dat deze hem deed denken aan het antwoord dat Mahatma Gandhi gaf toen naar zijn mening werd gevraagd over de Westerse beschaving: “dat zou een goed idee zijn.” Er is geen enkele democratische traditie in Rusland. Er is een jonge, stedelijke generatie die er wel in gelooft, maar veel Russen zien het ook als een Westers imperialistisch idee. Net als democratie is de Russische Federatie een tamelijk nieuw verschijnsel. Bij het uiteenvallen van de Sovjet-Unie ontstond, naast een groot aantal andere volstrekt nieuwe staten, in slechts één dag. Mensen die zich erover verbazen hoe snel de Russische annexatie van de Krim gingen, zouden zich moeten realiseren dat de stichting van de huidige Russische staat nog veel sneller is gegaan. Er is veel mis met de democratie in Rusland, maar vergeleken met de democratie in bijvoorbeeld Kazachstan en Azerbeidzjan, die op diezelfde dag zijn ontstaan, gaat het in Rusland nog heel redelijk.

vrijdag 21 maart 2014

Tweede zeecontainer Syria's Request Hulpactie naar Syrië

Vanochtend is, één jaar en drie weken na de eerste zeecontainer met hulpgoederen van Syria's Request, de tweede zeecontainer met hulpgoederen gevuld en op weg naar Syrië gegaan. Onderweg zal hij nog een tussenstop maken in Amersfoort om ook nog hulpgoederen van de stichting Hand in Hand voor Syrië mee te nemen.


Het verzenden van dit tweede transport had nogal wat voeten in de aarde waar we in het bestek van deze website niet al te diep op in willen gaan. Laten we volstaan met te zeggen dat, terwijl iedereen roept dat de gelden en goederen die in Nederland voor Syrië worden ingezameld ver achterblijven bij andere humanitaire acties en bij de nood in Syrië, allerlei Nederlandse instanties grote hindernissen opwerpen als het om het mogelijk maken van dit soort concrete en kleinschalige hulpinitiatieven gaat. We hebben dit al aangezwengeld bij de politiek.

woensdag 12 maart 2014

Weer thuis

Om 8.00 uur vertrekken we voor de laatste keer van Nes Ammim. We laten Bert achter die nog een paar dagen in Israël blijft en even later in de lijnbus zit die naast onze bus bij het stoplicht staat te wachten om daar rechtsaf te slaan waar wij linksaf koers zetten naar Haifa. We volgen dit keer niet de kustroute maar rijden over snelweg 6 die vrij dicht langs de Groene Lijn, de internationaal erkende grens tussen Israël en de bezette gebieden, loopt. Maar hoe dicht we ook langs de grens rijden, we zien eigenlijk vrij weinig van de muur. Dat past eigenlijk ook wel bij de ervaringen van de afgelopen dagen die we in Israël doorbrachten en waar de muur volstrekt uit het zicht verdwenen is. Misschien wel het grootste contrast met Palestina waar de muur eigenlijk altijd aanwezig is.
 

Een enkele keer echter, valt er een gat in de dichte bomenrij langs de snelweg en in dat gat is dan meteen een stuk van de kennelijk daarachter lopende muur zichtbaar. Verder verklaart Maaike, die ons ook nog op deze laatste trip vergezeld, dat de muur in deze regio ook vaak een hek is en bovendien duikt de afscheiding zo af en toe een flink stuk Palestijns gebied binnen om grotere nederzettingen aan de Israëlische kant van de muur te brengen. Waar de Groen Lijn zelf zo’n 350 kilometer lang is, heeft de muur / het hek een lengte van 700 kilometer.

dinsdag 11 maart 2014

Verwerking van het verleden

Even na 8.30 uur vertrokken we vanochtend naar Lohame HaGeta'ot. Een kibboets tussen Nes Ammim en Akko dat na de Tweede Wereldoorlog is gesticht door overlevenden van de Getto-opstand in Warschau. Het meest bekende voorbeeld van massaal louter joods verzet tegen de Holocaust. In deze kibboets werd de basis gelegd voor het bedrijf Tival dat vegetarische vleesvervangers produceert voor onder andere Albert Heijn. Het product en het bedrijf is, toen het eenmaal liep, door de kibboets verkocht aan een Israëlisch bedrijf waardoor alle kibboets-bewoners op slag miljonair (in shekels) werden.
 

Een ander initiatief van deze kibboets was de oprichting van een Getto-strijdersmuseum. Dat gebeurde al in 1958 en zeer tegen de wil van de Israëlische regering die toen geen herinneringscentra aan de Holocaust in Israël wilde hebben. Yad Vashem is pas veel later gesticht. Ook nu heeft het museum een gespannen relatie met de Israëlische regering en krijgt het ook nauwelijks subsidie van de Israëlische overheid, omdat het museum weigert mee te gaan in wat inmiddels een officiële staatsideologie lijkt te zijn geworden die uitdraagt dat de Holocaust tot in onze tijd voortduurt en Israël en de joden nog altijd bedreigd worden.

maandag 10 maart 2014

Bij de druzen

Om 8.30 uur zaten we al weer in de bus die ons vanochtend naar het druzen-dorp Isfiyah net iets ten zuiden van Haifa zou brengen. In totaal zijn er in (het noorden van) Israël 22 druzendorpen (18 in het eigenlijke Israël en 4 in de Golan) met een gezamenlijke bevolking van 120.000 druzen. Wereldwijd gaat het om 1,5 miljoen druzen. De druzen hebben een aparte status in Israël omdat ze in 1948 aan de joodse zijde hebben meegevochten tegen de Palestijnse moslims en christenen. In tegenstelling tot de Palestijnse burgers van de staat Israël dienen de druzen ook in het Israëlisch leger, zij het dat hun vrouwen, anders dan de joodse vrouwen, van deze dienstplicht zijn vrijgesteld.
 

We werden in Isfiya rondgeleid door een niet-religieuze druus. Volgens hem is 70% van de druzen niet religieus en 30% wel. Deze laatste groep is te herkennen aan de zwarte of donkerblauwe kleding met een witte hoofdbedekking (zowel mannen als vrouwen), waarbij de mannen tot en met middelbare leeftijd een snor laten staan en hun hoofdhaar vrijwel wegscheren en op latere leeftijd ook een baard laten groeien. In het dorp kwamen we meerdere religieuze druzen tegen, maar fotograferen werd niet op prijs gesteld.

zondag 9 maart 2014

Marx in Nazareth

Op zondagochtend vertrekken we om 8.30 uur naar Nazareth. In eerste instantie naar Narareth Illit of “Hoog Nazareth”: een nieuwgebouwde joodse stad naast of eigenlijk boven het oude, Palestijnse Nazareth. Deze nieuwe stad wordt vooral bewoond door Russische en Ethiopische joden die, zoals we gisteren hebben gehoord, onderaan de joods-Israëlische samenleving verkeren.


In Nazareth Illit gingen we op bezoek bij een zogenaamde stadskibboets van de Socialistisch-Zionistische Jeugdbeweging. In deze stadskibboets, gevestigd in een afgestoten pand van de immigratiedienst Jewish Agency, werden we ontvangen door de uit Manchester geboren Anton.

zaterdag 8 maart 2014

Tussenstop in Tel Aviv

Om 8.30 uur verlieten we Bethlehem in de stromende regen. Voor onze gastgezinnen en anderen was deze regen meer dan welkom. Het had de hele winter niet geregend op een sneeuwbui na die Bethlehem een Witte Kerst bezorgde, maar nu viel het in bakken uit de lucht onder begeleiding van een paar slagen onweer. Zonder noemenswaardig oponthoud bij de checkpoint reden we Israël binnen waar de Sabbath heerste. Onze nieuwe gids, Maaike Hoffer, vertelde dat, hoewel slechts een deel van de joodse bevolking van Israël religieus was, alles in Israël, winkels, horeco en openbare gelegenheden, op de Sabbath potdicht zat. Ook het openbaar vervoer reed niet en de snelwegen leken uitgestorven. Het deed denken aan de autoloze zondagen die wij in Nederland veertig jaar geleden hadden naar aanleiding van de Jom Kipoeroorlog.
 

Ook in het wereldse Tel Aviv werd de Sabbathrust in acht genomen. Voor onze ontmoeting met seculiere joodse organisaties uit Tel Aviv moesten we dan ook uitwijken naar het aan Tel Aviv vastgegroeide en voornamelijk door Palestijnse christenen en moslims bewoonde Jaffa waar wel een paar horecazaken open waren.

vrijdag 7 maart 2014

De andere kant van de muur

Om 9.00 uur vertrokken we weer zuidwaarts, richting Hebron en Tent of Nations. Maar bij de Tent of Nations namen we dit keer de “brede weg” naar de nederzetting Neve Daniel om daar met één van de daar woonachtige kolonisten te spreken en zijn kant van het verhaal te horen.

Via een groot geel stalen hek reden we de nederzetting binnen. Een totaal andere wereld dan de Palestijnse dorpen die we tot dusver hadden bezocht. Het hield het midden tussen een VINEX-wijk en een omheinde villawijk die door een eigen buurtwacht of beveiligingsbedrijf wordt bewaakt tegen ongenode gasten.

donderdag 6 maart 2014

Het ware geloof in Jeruzalem

Vanochtend vertrokken we al om 7.30 uur vanuit Bethlehem naar Jeruzalem. Het vroege tijdstip was omdat we door een checkpoint heen moesten. Een gat in de muur. Het was voor onze Israëlische bus achteraan aansluiten in de rij auto’s met Palestijnen die naar Jeruzalem moesten. Na een half uurtje waren we er door, zonder zelf gecontroleerd te worden. We hadden zo een aantal Palestijnen mee kunnen nemen die zelf met de grootste moeite en hooguit één keer per jaar, zoals ons gastgezin, het slechts enkele kilometers verderop gelegen Jeruzalem bezoeken.


In Jeruzalem bezochten we eerst de Tempelberg of Haram al Sharif. De oudste restanten ervan, namelijk de westelijke stutmuur van het tempelplateau, ook wel bekend als de Klaagmuur, dateren net als het heiligdom op de graven van de aartsvaders en hun vrouwen in Hebron, uit de tijd van Herodes die een verwoed bouwheer was. Volgens Toine zou het in die tijd één van de prachtvolste bouwwerken zijn geweest in het Midden-Oosten, maar het werd na de joodse opstand van 70 n.Chr. volledig verwoest door de Romeinen en het werd de joden verboden om nog in Judea te wonen en de restanten van de tempel en Jeruzalem te bezoeken. De joden trokken het helemaal weg of vestigden zich in het oude Tel Aviv, Tiberias en Safad, in het noordelijke deel van het huidige Israël. Het tempelcomplex werd gebruikt als vuilstort.

woensdag 5 maart 2014

Pesterijen, openlijk geweld en meten met twee maten

Vandaag vertrokken we om 8.00 uur vanuit Bethlehem naar het iets zuidelijker gelegen Hebron. De plaats waar Abraham zijn tenten opsloeg en waar hij, zijn zoon Izaäk, zijn kleinzoon Jacob en hun vrouwen Sara, Rebecca en Lea begraven liggen. Waar in Bethlehem het graf van Jacobs tweede vrouw Rachel al het nodige te doen geeft, zijn de graven van deze aartsvaders en hun vrouwen en nog veel omvangrijker religieus twistpunt. Ons bezoek aan Hebron begon dan ook met het bezoek aan deze graven. Of liever: aan de constructie die er boven is gebouwd (de graven zelf bevinden zich onder de grond in de grotten van Machpela die Abraham kocht om Sara te kunnen begraven, zo gaat het verhaal.
 
 
De oudste delen van het huidige heiligdom dat op de graven staat is gebouwd door koning Herodes die, volgens Lucas, een massamoord onder de pasgeboren kinderen van Bethlehem zou hebben begaan. Het was een Hellenistische tempel die ruimte gaf aan de verschillende religies die iets met Abraham en de andere aartsvaders en hun vrouwen hadden. Later kwam hier een christelijke basiliek te staan. Onder de christelijke keizers van het Romeinse Rijk en ook onder de latere islamitische dynastieën, die er een moskee van maakten, konden ook de joden de graven van hun aartsvaders bezoeken en er erediensten houden. Pas door de kruisvaarders werd de synagoge gesloten en vernield en werd het complex tot (Gotische) kerk omgevormd.
 

dinsdag 4 maart 2014

Vanachter de muur

Om 9.00 uur werden we vanochtend welkom geheten bij het Soemoed Huis van Verhalen van het Arab Educational Institute door Fuad Giacaman die in 1986, aan vooravond van de Eerste Intifadah, het initiatief tot een cultureel centrum in Bethlehem had genomen. Doordat de Israëlische autoriteiten tijdens deze intifadah de Palestijnse scholen sloten richtte dit centrum zich op organiseren van thuisonderwijs en werd de naam dus Arab Educational Institute (AEI). Om als niet-gouvernementele organisatie erkend te kunnen worden sloot het AEI zich op voorspraak van aartsbisschop Sabbah van Jeruzalem, die op dat moment ook voorzitter was van Pax Christi International bij Pax Christi. Vandaar de dubbele naam op de voorgevel.


Op dit moment kent het AEI drie hoofdactiviteiten: het Soemoed Huis van Verhalen, het Jongeren Media Centrum en nog steeds een onderwijspoot.

maandag 3 maart 2014

Aankomst in Bethlehem

Het is toch altijd een klein wonder dat 20 mensen uit alle windstreken van Nederland komen aangereisd en elkaar precies op de afgesproken tijd van 8.30 uur bij de incheckbalie van El Al op Schiphol treffen. Daar worden we welkom geheten door leden van de koninklijke marechaussee in gevechtstenue en met het geweer in de aanslag. Aan de ondervraging (wat gaat u in Israël doen? kent u daar mensen? heeft u uw bagage een moment uit het oog verloren?) die je anders soms bij de gate krijgt, worden hier al vóór het inchecken gehouden. Voor de rest lijkt te procedure tamelijk regulier, op de standaard fouillering bij de gate na. Na aankomst op het vliegveld van Tel Aviv blijken we zelfs eigenlijk zomaar door te kunnen lopen, zonder noemenswaardige douaneformaliteiten en bagagechecks. Als we ’s avonds echter onze tassen en koffers openen blijken deze grondig doorzocht te zijn waarbij niet altijd even zachtzinnig met eigendommen is omgesprongen. We vragen ons af waarom de bagage niet gecontroleerd wordt terwijl je erbij staat en of dit zelfs zomaar mag buiten je aanwezigheid.



aankomst bij het Arab Educational Institute; Toine van Teeffelen in de deuropening;
Elias Abu Akleh met de kamerindeling in de hand; tussen hen in onze gastvrouwen


Op het vliegveld worden we ontvangen door Toine van Teeffelen van het Arab Educational Institute die een bus geregeld heeft die ons naar Bethlehem brengt. Toine was op 12 december 2012 nog in Enschede. De busreis van Tel Aviv naar Bethlehem duurt ongeveer een uur en voert een belangrijk deel door Jeruzalem, maar helaas is de duisternis al ingevallen en zien we alleen de stadsverlichting. We zijn vandaag in duisternis afgereisd en komen in duisternis aan.

zondag 2 maart 2014

Groet van de gemeente

Daags voor ons vertrek stond in de Zondagsbrief van de Protestantse wijkgemeente Enschede-Noord (kerkend in de Opstandingskerk) de volgende tekst:


Morgen, 3 maart, gaan 3 leden van onze gemeente; Corrie Kuyvenhoven, Jan Schaake en Margreet Stroo, op reis naar Israël - Palestina. Zij zullen in Bethlehem een bezoek brengen aan het Arab Educational Institute en natuurlijk ook aan het Soemoed Verhalenhuis. Zij zullen in Bethlehem logeren bij o.a. de vrouwen die indertijd in Enschede zijn geweest. Een groet en een kleine paaskaars vanuit onze gemeente gaan mee om onze verbondenheid en solidariteit te bevestigen.

zaterdag 1 maart 2014

Wij gaan naar een land

Aan de vooravond van ons vertrek naar Palestina en Israël stond vandaag onderstaand gedicht op de Poëzie-kalender van de Palestijnse dichter Mahmoud Darwish die in 1931 werd geboren in het in 1948 vernietigde Palestijnse dorp al-Birwa, ongeveer tien kilometer ten oosten van Akko en ongeveer net zoveel kilometers ten zuiden van Nes Ammim. In 2008 overleed hij op 67-jarige leeftijd waarop in Palestina 3 dagen nationale rouw werd uitgeroepen. De vertaling is van Jan Brugman; de foto van Wikipedia en betreft een optreden van Mahmoud Darwish in Bethlehem in 2006.