Om 8.00 uur vertrekken we voor de laatste keer van Nes Ammim. We laten Bert achter die nog een paar dagen in Israël blijft en even later in de lijnbus zit die naast onze bus bij het stoplicht staat te wachten om daar rechtsaf te slaan waar wij linksaf koers zetten naar Haifa. We volgen dit keer niet de kustroute maar rijden over snelweg 6 die vrij dicht langs de Groene Lijn, de internationaal erkende grens tussen Israël en de bezette gebieden, loopt. Maar hoe dicht we ook langs de grens rijden, we zien eigenlijk vrij weinig van de muur. Dat past eigenlijk ook wel bij de ervaringen van de afgelopen dagen die we in Israël doorbrachten en waar de muur volstrekt uit het zicht verdwenen is. Misschien wel het grootste contrast met Palestina waar de muur eigenlijk altijd aanwezig is.
Een enkele keer echter, valt er een gat in de dichte bomenrij langs de snelweg en in dat gat is dan meteen een stuk van de kennelijk daarachter lopende muur zichtbaar. Verder verklaart Maaike, die ons ook nog op deze laatste trip vergezeld, dat de muur in deze regio ook vaak een hek is en bovendien duikt de afscheiding zo af en toe een flink stuk Palestijns gebied binnen om grotere nederzettingen aan de Israëlische kant van de muur te brengen. Waar de Groen Lijn zelf zo’n 350 kilometer lang is, heeft de muur / het hek een lengte van 700 kilometer.
We zetten koers naar Ramla waar het Open House van Dalia Landau staat. Over dit huis is het boek “De Citroenboom” verschenen. De ouders van Dalia Landau kregen, na aankomst in Israël, een volledig gemeubileerd huis toegewezen waar, bij wijze van spreken, het eten al op tafel stond. Tijdens haar kinderjaren dacht Dalia dat dat alles te maken had met de voorkomendheid waarmee de Israëlische regering nieuwe immigranten welkom heette. Als tiener kreeg ze bezoek van een paar Palestijnse mannen waarvan er één, Bashir, als kind in dit huis had gewoond. Met zijn ouders had hij hals over kop moeten vluchten en het waren hun spullen waarmee het huist was ingericht. Het meest verlangde hij echter terug naar de citroenboom in de tuin. Hij wilde het huis en vooral de boom nog een keer zien. Dalia en Bashir raken bevriend maar komen ook regelmatig tegenover elkaar te staan. Na het overlijden van haar ouders besluit Dalia, die zelf een huis in Jeruzalem heeft, om het door haar geërfde huis, samen met Bashir die het huis anders van zijn ouders geërfd zou hebben, het huis tot een Open House te maken voor ontmoeten tussen Israëli’s en Palestijnen.
Citroenboom in Bethlehem, met de tuinman die Abu Lemon (“vader van de citroenen”) heet
Het idee was dat we Dalia vanochtend in dit Open House zouden ontmoeten, maar het regent vandaag behoorlijk en Dalia, die net een operatie achter de rug heeft, durft de reis van Jeruzalem naar Ramla onder deze omstandigheden niet aan, zo liet ze vanochtend in een telefoontje weten. Het reisdoel in Ramla is dus niet langer het Open House, maar in plaats daarvan bezoeken we een in het hele land beroemde markt in de binnenstad van Ramla. Ramla zou de enige stad zijn die door de Arabieren is gesticht (in de vier eeuwen voorafgaand aan de kruistochten) en hoewel de bevolking van de stad inmiddels voor 80% uit joden bestaat, ademt de oude binnenstad nog steeds een Arabische atmosfeer met talloze kerken en moskeeën rond de markt.Na de markt en een kop koffie bij “Samir” is het echt de hoogste tijd om naar het vliegveld te gaan. Daar nemen we afscheid van Helga die nog vier weken in Bethlehem blijft om als vrijwilliger bij het Arab Educational Institute te werken. De vader van Maaike, die als bestuurslid van de Nederlandse stichting Vrienden van Nes Ammim, enkele dagen op Nes Ammim was, had zich vanochtend echter bij ons gezelschap gevoegd om net als wij de thuisreis naar Nederland te aanvaarden. Op het vliegveld worden we als groep in een rij apart gezet en geïnterviewd. Dat verloopt een stuk sneller dan op Schiphol. Dat lijkt ook te gelden voor het inchecken, maar met mijn rugzak loopt het een beetje anders. Als “odd sized” bagage moet ik via een apart veiliigheidstraject: eerst van de incheckbalie terug naar de interviewers, dan naar de balie voor afwijkende bagage waar de inhoud van mijn rugzak wordt bekeken, maar dit keer wel in mijn aanwezigheid. Dan weer met rugzak naar de incheckbalie en tenslotte nog een keer naar de balie voor afwijkende bagage. Na enige vertraging kan ik me bij de anderen van de groep voegen die diezelfde tijd in de rij hebben gestaan voor een lunch op het vliegveld.
het vertrekbord op het vliegveld van Tel Aviv; Amman is de enige bestemming naar de buurlanden
Het laatste traject door de douane, veiligheidschecks en bij gate was eigenlijk tot onze verbazing minder stringent dan wat we op de heenweg en met name op Schiphol hadden meegemaakt. Hoewel we ook nu weer een half uur later vertrokken, kwamen we vier-en-een-half uur later toch nog op tijd aan in Amsterdam. We namen afscheid van elkaar, pikten onze bagage op en renden elk naar onze eigen trein, wat het was inmiddels laat genoeg en de meesten van ons woonden niet in de onmiddellijke omgeving van Schiphol.
Samen met Margreet zat ik een uur na onze landing in de trein naar Enschede. In Amersfoort kregen we onverwacht gezelschap van een Twentenaar die in Amersfoort een bijeenkomst van de Palestina-werkgroep van de ABVAKABO had bijgewoond. Daar was verslag gedaan van de driedaagse reis die ABVAKABO-voorzitter Corrie van Brenk en FNV-voorzitter Ton Heerts eind februari door Israël en Palestina hadden gemaakt. Het doel van de reis was om met de vakbonden in Palestina en Israël te spreken over de algemene politieke situatie en over werknemersbelangen, maar waar de contacten met de Palestijnse vakbond hartelijk en informatief was, werd de Nederlandse vakbondsdelegatie door de Israëlische vakbond afgescheept “met een kop koffie”. Ook deze delegatie heeft een blog bijgehouden.
Ook vertelde onze Twentenaar dat juist vandaag nog een Kamerdebat heeft plaatsgevonden over de reis die een kabinetsdelegatie afgelopen najaar aan Israël en Palestina heeft gebracht en naar aanleiding waarvan het besluit van Vitens om uit het samenwerkingsverband met Mekorot te stappen nogal wat politieke stof heeft doen opwaaien: twee plenaire debatten, vier debatten in commissieverband en een grote hoeveelheid brieven. Ook dit debat heeft naar verluid weer zes moties opgeleverd die volgende week in stemming zullen worden gebracht.
En zo waren wij weer helemaal bij met de discussie in Nederland. Een samenvattend verslag van onze reis viel ons moeilijk. Daartoe waren al onze indrukken nog veel te vers. Toen onze Twentenaar in Hengelo de trein verliet zei hij met grote belangstelling uit te zien naar ons reisverslag. En dat is een mooie thuiskomer in een Twente waar het Nabije Oosten zo nabij ligt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten