donderdag 22 mei 2014

Een ander Oekraïens geluid

Vrijwel dagelijks staan de ontwikkelingen in Oekraïne centraal in de kranten en op televisie. Diverse politici, verslaggevers en deskundigen geven hun commentaar. Er wonen ook veel Oekraïners in Twente en een groot aantal van hen is lid van de zang- en dansgroep Roesalka. Bij de veelvuldige gesprekken rond de repetities over Oekraïne kwam het idee op een avond te organiseren om ook eens hùn verhaal naar voren te brengen. Voor dat debat werd deze donderdagavond geprikt: de avond van de verkiezingen voor het Europees Parlement en door veel politici, verslaggevers en deskundigen gekenmerkt als een keuze van de Nederlandse kiezer voor of tegen Europa. Het debat vond plaats in de Openbare Bibliotheek in Hengelo.


Als inleiders waren de politicus Bert van Winsum, de journalist Karel Platje en de Oekraïense Oleksandra Provozina gevraagd en tijdens de avond werd nog contact gelegd bij een Nederlandse verkiezingswaarnemer die op dit moment in Kiev zat om een inschatting te maken van het verloop van de Oekraïense presidentsverkiezingen die a.s. zondag 25 mei zullen plaatsvinden, gelijktijdig met de verkiezingen voor het Europees Parlement in de meeste andere lidstaten van de Europese Unie.




De bijeenkomst werd geopend door de voorzitter van Roesalka, Jos Klaczynski. Hij gaf een korte inleiding over Oekraïne met de symboliek van de Oekraïense vlag als vertrekpunt: een hemelsblauwe lucht boven graanvelden. Niet voor niets wordt Oekraïne wel als graanschuur gezien. Het land is bijzonder vruchtbaar. Het is het grootste land dat in z’n geheel op het Europese continent ligt en telt 45 miljoen inwoners. Tussen 882 en 1240 was er sprake van een eerste Oekraïense staat, Kyivska Roes, waar in 988 het orthodox christendom werd ingevoerd en het cyrillisch schrift. Tussen 1240 en 1547 heersten de Mongolen over het gebied. Vanaf 1547 werd Oekraïne stukje bij beetje veroverd door de Russische tsaren en speelden de kozakken een belangrijke rol. Kozakkenleider Bohdan Chmelnytsky wordt door veel Oekraïners gezien als een soort Willem van Oranje. Na de ineenstorting van het Russisch tsarenrijk brak voor Oekraïne een verwarrende tijd aan waarin de identiteit en vrijheid onder grote druk stonden. Door Russische vergeldingsacties duurde de Tweede Wereldoorlog in Oekraïne nog 10 jaar langer dan in de rest van Europa. In 1986 werd Oekraïne getroffen door een nieuwe ramp, die van de kerncentrale van Tsjornobyl (op z’n Oekraïens), maar vijf jaar later, in 1991, werd Oekraïne weer een onafhankelijke staat.


Na deze historische uiteenzetting was het woord aan de eerste inleider, Bert van Winsen, die was aangekondigd als Oost-Europadeskundige en voormalig politicus internationale betrekkingen. Een evenknie van Peter Alberts dus. Van Winsum was van 1982 tot 2002 gemeenteraadslid (vanaf 1986 tevens wethouder) van de Twentse gemeente Haaksbergen en van 2002 tot 2006 Tweede Kamerlid voor het CDA. In de Kamer was hij woordvoerder Oost-Europa en lid van de parlementaire assemblees van de NAVO, de OVSE en de Raad van Europa. Tevens was (en is) hij medeverantwoordelijk voor de samenwerking van het CDA (de EVP) met politiek partijen in onder andere Oekraine waarbij het met name de Moederlandpartij van Joelia Timosjenko noemde. Binnen het Europese en ook door Nederland gestimuleerde Nabuurprogramma heeft hij altijd het belang van grensregio’s benadrukt: dáár moet de grensoverschrijdende samenwerking tussen landen handen en voeten krijgen en contact maken met de bevolking. Daar weten wij in onze Twentse grensregio toch ook alles vanaf. Er zijn 105 Euregio’s in Europa, volgens deze voormalig dagelijks bestuurder van de allereerste Euregio die gaan nadere aanduiding heeft maar rond de Twentse steden, Münster en Osnabrück is gevormd.


Als gevolg van de Arabische Lente in het voorjaar van 2011 heeft de Europese Unie haar Nabuurschapbeleid vrijwel volledig geconcentreerd op de “zuidelijke landen” (Noord-Afrika en het Midden-Oosten). Bij de “oostelijke landen” (de Oost-Europese landen tussen de EU en Rusland en op de zuidelijke Kaukasus) ging het allemaal z’n gangetje en daar waren geen nadere impulsen meer nodig. Dat bleek een grote inschattingsfout. Gelukkig, volgens Van Winsen, is het programma voor de oostelijke nabuurstaten onlangs weer geactiveerd. Maar zo heeft Europa de deur al vaker voor Oekraïne dicht geslagen. Dat gebeurde bijvoorbeeld ook direct na 2004 toen de meeste voormalige Oostblok-landen en de Baltische staten in één klap lid werden van de Europese Unie en in Oekraïne de Oranjerevolutie vroeg om een pro-Europese koers. Europa vond het vanaf dat moment allemaal wel genoeg: “wat moeten we met al die Oost-Europeanen?” was de algemene stemming. En ook de NAVO was zich na 2001 helemaal gaan concentreren op de bestrijding van terrorisme: van Rusland en voormalige Sovjetstaten viel geen gevaar meer te duchten. De NAVO heeft de situatie toen volledig verkeerd ingeschat maar ook de populaire opvatting binnen de Europese Unie dat de “Big Bang” van 2004 achteraf geen goed idee was geweest, berust niet op waarheid. Van Winsen wijst erop dat het EU-lidmaatschap van bijvoorbeeld Polen en de Baltische staten bijzonder fortuinlijk is geweest. Deze nieuwe lidstaten hebben zich verrassend snel in Europa weten te integreren, zowel in economisch als in politiek opzicht. Die constatering is in de afgelopen verkiezingscampagne naar zijn mening veel te weinig naar voren gebracht, maar is belangrijk om met een realistische visie naar de toekomstige relatie tussen Oekraïne en de Europese Unie te kijken. Het Europeesgezinde Maidan is inmiddels uit het zicht verdwenen en vervangen door een ouderwets Oost-West-conflict, maar dat neemt niet weg dat er nieuwe kansen voor Europa en de Oekraïne liggen.


Het is nu zaak om die nieuwe kansen te grijpen en een herhaling van 2004 te voorkomen. In dit verband noemt Van Winsen als hoopvolle ontwikkelingen de samenwerking van de EU met de OVSE en de Raad van Europa met gezamenlijke (waarnemings)missies in Oekraïne, de hulp die deze organisaties willen geven bij het verwijderen van wapentuig en bij de opbouw van een nationale politiemacht en justitieel systeem, de mogelijke inzet van Europese Battle Groups, de toegezegde 11 miljard steun en versterking van de civiele samenleving in Oekraïne. Van Winsen is van mening dat bij dat alles ook een EU-lidmaatschap als eindperspectief behoort. Afgelopen maart is dat perspectief bevestigd door het Europees congres van de Europese Volkspartij (waartoe het CDA behoort) en ook de Europese Raad en het Europees Parlement hebben dat perspectief afgelopen maart expliciet bevestigd.

Van Winsens inschatting van de koers die Oekraïne na de verkiezingen van 25 mei zal varen is dat Oekraïne wordt omgevormd tot een federatie, vergelijkbaar met de Duitse bondsrepubliek waar deelstaten heel veel zelf kunnen regelen, met mogelijk een aantal autonome gebieden, zoals Catalonië in Spanje. Verder verwacht hij dat de lokale en regionale overheden versterkt zullen worden waardoor ook de betrokkenheid van de burgers bij het bestuur zal toenemen en daarmee ook de transparantie van het openbaar bestuur en waardoor de corruptie weer zal afnemen. Hij sluit niet uit dat Oekraïne zowel tot de EU als tot een doaune-unie met Rusland of zelfs tot de door Rusland gevormde Euraziatische Unie zou kunnen toetreden. Tot slot meldt Van Winsen dat het Nederlands ministerie van Buitenlandse Zaken zeer onlangs weer extra financiële middelen beschikbaar heeft gesteld voor verschillende projecten ten aanzien van Oekraïne. Het zou gaan om 1,6 miljoen euro.


De tweede spreekster is Oleksandra Provozina die, als zoveel Oekraïners, het nieuws over Oekraïne dagelijks volgt en eind februari ook op het Maidan in Kiev was toen de vreedzame demonstraties verstoord werden door geweld waarbij doden zijn gevallen.


Zij benadrukt dat Euromaidan voortkwam uit protest tegen de grote macht van een heel kleine elite die uit pure hebzucht op 23 november 2013 besloot om het Associatieverdrag met de EU niet te tekenen. Dit besluit was de onmiddellijke tot de protesten op Euromaidan. Eind februari is Provozina zelf naar Kiev afgereisd en heeft allerlei spullen vanuit Nederland meegenomen voor de demonstraties, vooral hulpgoederen voor de demonstranten. Hoewel ze het nieuws heel intensief gevolgd had en tot in detail op de hoogte was van wat op Euromaidan gebeurde, werd ze toch verrast door de vasthoudendheid en grote onderlinge solidariteit van de demonstranten. Ze had de grootste moeite om van de meegebrachte spullen af te komen omdat de meeste demonstranten van mening waren dat anderen het harder nodig hadden dan zij. Er was zelfs een vader die geen medicijnen wilde aannemen voor zijn door een geweerkogel gewonde zoon. Verder vertelt ze dat op het plein veel Oekraïners stonden, maar dat ze ook Witrussen en Armeniërs heeft gesproken. Zoals gezegd werd juist tijdens haar bezoek aan Kiev op de demonstranten geschoten en moesten doden begraven worden die een heldenbegrafenis kregen.


Na de uitvoering van een Oekraïens lied door de Oekraïense sopraan Elena Kopanychuk was het pauze en na de pauze werd telefonisch verbinding gezocht met de Nederlandse verkiezingswaarnemer in Kiev. Volgens hem stevende Petro Porosjenko af op de winst en was vooral de strijd om de tweede plek spannend: wie het op zou mogen nemen tegen Porosjenko in een tweede ronde op 14 juni mocht deze in de eerste ronde van aanstaande zondag geen absolute meerderheid kregen. Gevraagd naar de situatie in Oost-Oekraïne en of mensen daar a.s. zondag ook kunnen stemmen, antwoordde hij dat in Donetsk mogelijk slechts 10% van de stembureaus daadwerkelijk geopend zal zijn, maar dat het in principe dus wel mogelijk is voor de mensen die daar willen stemmen om hun stem uit te brengen, zij het dat het even zoeken is naar een geopend stembureau. Op de vraag of de verkiezingen dan wel representatief zijn, antwoordde hij dat als iedereen de kans wordt geboden om te stemmen maar bepaalde oppositionele groepen dat verhinderen, je de Oekraïense regering niet kunt verwijten dat de verkiezingen niet eerlijk of niet representatief zijn. Dat geldt ook op de Krim dat volgens de internationale gemeenschap nog steeds tot Oekraïne behoort, maar waar in de praktijk weinig mensen zullen kunnen stemmen. Hij liet verder weten dat de grote ondernemer uit Donetsk, Achmetov, zijn tienduizenden mijnwerkers al heeft opgeroepen wèl te gaan stemmen en zich niet te laten misleiden door de separatisten. Het aantal separatisten dat in het oosten van Oekraïne actief is wordt volgens hem overigens ook schromelijk overdreven.


Vervolgens is Karel Platje aan de beurt, journalist bij een lokale krant en veelgelezen blogger over Oekraïne (nieuwsuitoekraine.blogspot.nl). Zijn inleiding heeft hij de titel “Over groene mannetjes, het reizende circus, de blonde gasprinses, de zwarte prins en de chocoladekoning” meegegeven. Het lijkt wel een sprookje en aanvankelijk op het Euromaidan was het dat misschien ook wel, maar sprookjes worden verstoord en Euromaidan werd verstoord door de acties van de Titoesjki die betaald werden door de regering van Janoekovitsj om de straten onveilig te maken en te provoceren. Overigens was de regering niet de enige partij die dat deed. Ook Joelia Timosjenko betaalde omaatjes om te komen demonstreren voor de gevangenis waar zij werd vastgehouden. Zij is de “blonde gasprinses” in de titel van het sprookje. Jarenlang gezien als de door Janoekovitsj vastgehouden oppositieleidster, maar na haar vrijlating daalde haar sterk en ze is ook bepaald niet onschuldig aan corruptie en een aantal andere zaken waarvan ze werd beschuldigd. De ”zwarte prins” uit het sprookje is Dmitro Jarosh die een tijdlang de demoncraten op Maidan wist te overschaduwen met zijn uit West-Oekraïne afkomstige nationalisten. Hun rol wordt echter te groot gemaakt. De nationalistische partij Svoboda kreeg bij de laatste parlementsverkiezingen nog geen 10% van de stemmen en zowel hun leider als Jarosh halen slechts enkele procenten in de polls voor de presidentsverkiezingen van aanstaande zondag. Ze worden vooral groot gemaakt door de propaganda uit het oosten die alles uit het westen afdoen als fascisten. Ze claimden dat de joden Oekraïne al massaal zouden ontvluchten, maar toen daar geen enkel bewijs voor werd gevonden, waren de homo’s aan de beurt en zou de interim-regering in Kiev uit homo’s en homovriendjes bestaan. De “groene mannetjes” uit het sprookje zijn de van geen enkel herkenningsteken voorziene paramilitairen die plotseling op de Krim opdoken en nu ook in het oosten van Oekraïne. We weten niet wie het precies zijn en of ze nu wel of niet uit Rusland afkomstig zijn. Feit is dat Rusland inmiddels veel minder enthousiast is over de annexatie van een aantal Oost-Oekraïense provincies en dat de separatistenleiders openlijk klagen over het geringe aantal vrijwilligers dat daadwerkelijk bereid lijkt te zijn om voor onafhankelijkheid van Oost-Oekraïne te vechten. In de propaganda-oorlog wordt het geringe aantal over “Kiev” klagende burgers gecompenseerd door het “reizend circus” van ingehuurde acteurs die op diverse plaatsen hun verhaal vertellen aan de internationale pers. De “chocoladekoning” tenslotte is natuurlijk Petro Porosjenko, de inmiddels gedoodverfde winnaar van de presidentsverkiezingen. Hij is Westers-gezind maar heeft de nodige zakelijke belangen in Rusland en zou dus een brugfunctie kunnen vervullen.
We weten niet hoe het afloopt, maar laten we er het beste maar van hopen, zo besluit Platje zijn verhaal.


Er is nog tijd voor een paar vragen vanuit de zaal. De opmerking van Platje dat de invloed van de nationalisten in de huidige regering schromelijk wordt overdreven roept de vraag op hoe het dan zit met het uitgevaardigde verbod op Russisch als nationale taal. Platje antwoordt dat niet de interim-regering maar het parlement het besluit heeft genomen om het Russisch af te schaffen als nationale taal in Oekraïne, maar dat de interim-president dat besluit niet heeft willen ratificeren en het parlement heeft gevraagd om het besluit weer terug te draaien. Dat laatste is ook gebeurd.

Een volgende vragensteller stelt vast dat er in internationale en bilaterale verdragen wel van alles geregeld kan worden, maar dat politici vervolgens toch ongestraft hun eigen gang kunnen gaan. Van Winsen zou zich wel iets kunnen voorstellen bij een internationale controlemacht (niet te verwarren met een militaire macht) om toe te zien op het nakomen van de gemaakte afspraken.

Een derde vragensteller roert het punt aan dat Poetins optreden verklaart zou kunnen worden uit diens vrees dat Oekraïne, net als de Baltische staten toe zal gaan treden tot de NAVO. Van Winsen meent dat dat niet aan de orde is. Niet de NAVO, maar de EU zal het veiligheidsbeleid in Europa moeten vormgeven en een Europees leger zou de NAVO moeten ontlasten, zeker nu de Verenigde Staten zich steeds meer op Azië gaan richten.

Een Oekraïense dame in het publiek vraagt zich af of de bevolking van de Europese Unie zich op termijn niet tegen Oekraïne zou keren als ze merken dat Oekraïne toch liet van de EU zou willen en kunnen worden. Van Winsen stelt dat dat de meeste EU-burgers een Oekraïens lidmaatschap op dit moment inderdaad niet zullen toejuichen, hoewel een meerderheid van de burgers van Polen, Slowakije en de Baltische staten dat beslist wel zullen doen. Na de toetreding van Roemenië en Bulgarije in 2007 lijkt de deur op slot [hoewel Kroatië vorig jaar nog lid werd – HNONT]. Maar toetreding is een geleidelijk proces. Nederland is nu al de derde of vierde investeerder in Oekraïne. Dus uiteindelijk kan het wel aantrekkelijk zijn om Oekraïne als EU-lid toe te laten en gezien de natuurlijke rijkdommen van het land zal de EU daar op termijn beslist gaan spijt van hoeven hebben.

Volgens de laatste vragensteller, een voormalig majoor der cavelarie, richt Poetin zich thans op Eurazië waarbij hij een  gasdeal gesloten heeft met China. Wat zijn de gevolgen daarvan voor Oekraïne? Van Winsen meent dat het gasakkoord vooral bedoeld is om de Russische afhankelijkheid van de Europese gasconsumptie te beperken. Het zal echter pas over 20 jaar geëffectueerd kunnen worden omdat de leidingen allemaal nog aangelegd moeten worden en veelal door moeilijk toegankelijke gebieden. Terwijl Rusland op zoek is naar nieuwe afnemers, is Europa op zoek naar nieuwe energiebronnen. Tijdens de afgelopen verkiezingscampagne is wel veelvuldig gesproken over de noodzaak van een gezamenlijk Europees energiebeleid. In antwoord op een andere vraag stelt hij nog dat voor grensoverschrijdende samenwerking visumvrijheid essentieel is. Dat heeft de EU nu afgekondigd ten aanzien van Moldavië en dat zal binnenkort ook ten aanzien van Oekraïne moeten.

Tot slot antwoordt Platje nog op een aan hem gestelde vraag. Volgens peilingen wil in Charkov 15% van de bevolking en in Donetsk 35% van de bevolking aansluiting bij Rusland. Dat zijn dus wel flinke groepen, maar bepaald geen meerderheden. Het lijkt in de media vaak alsof de hele boel in Oost-Oekraïne in brand staat, maar het zijn in werkelijkheid vaak maar kleine brandhaarden.

Na deze woorden sluit de voorzitter de bijeenkomst na nog een keer gewezen te hebben op het tafeltje van de Hengelose  Amnesty-groep waar de handtekening gezet kan worden onder een oproep om vrijlating van twee politiek gevangenen in Oekraïne en op het tafeltje van de stichting Spoetnik die humanitair actief is in de hele Oekraïne en 15 vrachtauto’s per jaar met humanitaire hulp naar Oekraïne stuurt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten